4-91 grootste wanorde en binnen een jaar tijds was de minachting voor Hector zoodanig toegenomen, dat hij aan de grofste be- leedigingen blootstond. Eenige leerlingen werden door de curatoren ernstig vermaand; omtrent twee hunner, waaronder de zoon van den rector, die nog wel den post van custos bekleedde, werd 7 December 1819 besloten hun voor het overige gedeelte van het jaar de school te ontzeggen en hen niet tot het examen en de promotie toe te laten. Dit rigoureuse besluit werd evenwel kort daarna ingetrokkentoen de jongelui beter schap beloofden. Den rector gaf het college zijn ongenoegen te kennen, dat hij de plaats gehad hebbende wanorde niet had kunnen stuiten noch daarvan rapport had gedaan. Deze verontschuldigde zich met er op te wijzen, dat hij de lessen van Hector nooit kon bijwonendaar hij tijdens die lessen in andere klassen bezig was. Hij verkaardedatals het zoo voort ging hij voor het hem opgedragen onderwijs in de geschiedenis en oude aardrijkskunde zou moeten bedanken. Intusschen was het proefjaar van Hector om en curatoren adviseerden tot continuatie voor één jaaraangezien men geen ander meer geschikt leermeester in dat vak kon voordragen. Betreffende eene door Hector gevraagde verhooging van salaris meende het college geen gunstig advies te kunnen geven. Een jaar later was de toestand niet veranderd en het advies van curatoren hetzelfde In Juni 1821 bezocht de commissaris der Latijnsche scholen het Gymnasium. In alle klassen en alle vakken werd geëxamineerd en de commissaris verklaarde zich over liet algemeen voldaan. Tegen het einde van het jaar vroeg' de praeceptor ds. van Deinse ontslag, dat hem salvo honore et stipendio verleend werd onder de voorwaardedat hij zijn post zal blijven waarnemen tot de komst van zijn opvolger. Als zoodanig werd 20 Mei 1822 benoemd met ingang van 1 Juli Arnoldus Erker doctorandus in de letteren te Utrecht Van Deinse was ge durende dien tijd veelal door ongesteldheid verhinderd, zoodat zijn collega's die de handen reeds te vol haddenhem moesten Archief VIIe dl., 4de st. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 503