VIERDE TIJDVAK
van 1842—1894
HET GYMNASIUM.
De naaste aanleiding tot de nieuwe organisatie was liet pensi-
onueeren van D. Bokking hoofd der stedelijke Fransclie kost
school met ingang van 1 Juli 1842. Want evenals de Latijnsclie
school, voldeed ook deze niet meer aan de eischen des tijds.
Men wenschte daarom heide inrichtingen gelijktijdig uit te
breiden en te regelen om te voorzien in de behoefte aan Hoogd
en Middelbaar onderwijs naar liet voorbeeld van andere voorname
steden. De scholen zouden gescheiden blijvenmaar de on
derwijzers in wiskunde en nieuwe talen aan beide werkzaam
zijn. De kosten zouden niet veel meer bedragendaar men
bij het geringe aantal leerlingen van de Latijnsclie school,
dat in de laatste 10 jaren gemiddeld 21 bedroeg 2 docenten
voor oude talen en geschiedenis voldoende achtte en het
schoolgeld zou verhoogd kunnen worden. In dien geest werd
op uitnoodiging van burgemeester en wethouders door cura
toren en den rector een plan ontworpen, dat in April 1842
door den raad werd goedgekeurd. De regeling kwam, wat
het gymnasium betrof, hierop neer:
Bij de vroeger onderwezen vakken die met uitzondering van
de wiskunde door rector en conrector onderwezen wordenzullen
Zie NAGTGLASLevensberichten.