505 met f 4«00 te verminderen Uit een groot aantal sollici tanten werd 15 Augustus 1859 gekozen dr. Antonius Romet.jn docent aan het instituut van J. Kapteijn te Sassenheim die liet gymnasium in 1862 verliet toen hij te Enkhuizen tot rector was benoemd. Zijn opvolger was dr. Gounelis Mabiüs Kan conrector te Winschotendie tegen het einde van het jaar werd geïnstalleerd. In zijne zitting van 12 October 1864 besloot de raad het salaris van den conrector op diens verzoek weder te brengen op het vroegere bedrag van f 1400. Inmiddels was besloten tot de oprichting der Rijks Hoogere Burgerschool en daarmede brak voor het gymnasium een zeer bewogen tijd aan. Dr. van Hennekeleu en Belling wout werden tot leeraren aan de nieuwe inrichting benoemd en verkregen tegen 1 Eebruari 1865 eervol ontslag. De waar neming van beider betrekkingen werden voorloopig opgedragen aan den heer K. T. L. Web Bit, hulponderwijzer aan de school voor M. U. L. O. alhier. In het volgende jaar werd dr. Kan als leeraar aan de H. B. te Utrecht benoemd en eervol ont slagen tegen 1 September. Toen curatoren in tijds machtiging vroegen om sollicitanten op te roepengaf dit den gemeenteraad in zijne vergade ring van 18 Juli aanleiding tot allerlei gedachten'wisseling en beschouwingen. Enkele leden waren van gevoelendat liet gymnasium ten gevolge van het voortdurend gering aantal leerlingen te groote geldelijke offers uit de gemeentekas vor derde om niet van deze gelegenheid gebruik te maken tot het invoeren van bezuinigingen en daaronder in de eerste plaats te begrijpen de afschaffing der betrekking van conrector. Zij Ongetwijfeld heeft hoofdzakelijk de sterke achteruitgang in het aantal leerlingen, dat van 32 in 1855 binnen 4 jaar tijds tot 14 was gedaald, curatoren bewogen om op het voorstel van den burgemeester in zoover in te gaandat men het salaris zou verminderen bij wijze van proef. Ook wilde men daardoor voorkomen dat de zoo menigmaal in den raad geuite klacht over de groote kosten van het gymnasium weder zouden worden gehoord.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 517