51 2
Den 14deu Mei werd als leeraar in de oude talen tijdelijk
benoemd dr. D. Gr. Jelgersma, welke benoeming tegen 1
September in eene definitieve werd veranderd. Dr. G. Smit
Sibinga werd tegen denzelfden datum conrector en dr. Lehman
de Lehnsfeld op verzoek eervol ontslagenwerd met liet
begin van den nieuwen cursus opgevolgd door den lieer J. J.
M. de Bokst Yerdoorn, candidaat in de klassieke letteren
te Utrecht. Ook in het jaar 1881 hadden veranderingen in
liet - personeel plaats. De heer Jelgeiisma werd met het einde
van den cursus op zijn verzoek eervol ontslagen, eveneens de
heer Steringa Ktjyper. In de plaats van den eerstgenoemde
werd nog voor 1 September benoemd dr. P. H. Süringar,
die evenwel gelijktijdig elders benoemdvoor hier bedankte.
Ook was er weinig uitzicht om den heer Steringa Ktjyper
spoedig te vervangendaar bevoegde leeraren in de geschiedenis
en aardrijkskunde uiterst schaarsch waren. Yoorloopig nam
de heer A. J. G. Paardekooper leeraar in de geschiedenis
aan de hoogere burgerschool eenige uren waar, de overige
werden over verschillende leeraren verdeeld. Toen men eenigen
tijd na het vertrek van den heer Steringa Kuyper vernam,
dat hij naar zijne vroegere betrekking weder zou willen solli-
citeerenwanneer men aan de geschiedenis in plaats van aardrijks
kunde eenig onderwijs in de oude talen wilde verbinden, werd
deze schikking gemaakt en hadden wij het genoegen onzen
vroegeren collega den 16den December benoemd te zien. Het
onderwijs in de aardrijkskunde werd opgedragen aan den heer
L. A. E. van der Ley, leeraar aan de rijkskweekschool
alhier. Yerder werd het Nederlandschtot nu toe door den
conrector onderwezengegeven aan den heer D. van Oostveen
wiens salaris nu verhoogd werd tot 2000. 15 October 1882
werd als leeraar in het Engelsch tijdelijk aangesteld de heer
G. Pattison nieuw benoemd leeraar aan de hoogere burgerschool
in plaats van den heer van Moerkerken, die wegens zijne
benoeming aan de hoogere burgerschool te Utrecht eervol ont
slagen was. Met het begin van den cursus 18831884 werd