513 dr. J. Riemens, predikant alliier helast met het Hebreenwsck. Daar de heer G. Pattison voor eene verdere continuatie zijner tijdelijke benoeming bedankte, werd de heer J. P. M. Reyers privaat-docent te Amsterdam met ingang van 1 September 1885 eerst tijdelijk, later definitief benoemd. Wegens ziekte zag zich dr. Knottenbelt genoodzaakt zijn ontslag te nemen, dat hem 24 Juni 1887 eervol verleend was. In deze vacature werd voorzien door de benoeming van den heer G. P. G. de Bruyn, leeraar te Amersfoort. Tegen September 1888 trad ds. T. Kielstra op als leeraar in het Hebreeuwsch als opvolger van ds. J. Riemens. Het aantal leerlingen was na de reorganisatie sterk toegenomen, in 1890 waren er 58 zoodat het gewenscht was, dat wegens liet meerdere correctiewerk het groote aantal lesuren der docenten in oude talen en geschiedenis verminderd werd. Om tot dit doel te geraken werd tot leeraar in de ge schiedenis in de 3 laagste klassen tegen 1 September 1890 benoemd de heer Herman Snijders. De heer de Bruyn die 1 November 1890 naar Arnhem verhuisde, werd 1 December opgevolgd door den heer II. van der Kamp doctorandus en leeraar te Delft, in het najaar van 1891 zag dr. Couvée zich om gezondheidsredenen genoodzaakt om voor natuurkunde te bedanken, welk vak in Januari 1892 opgedragen werd aan dr. Japikse leeraar aan de hoogere burgerschool alhier. Ten slotte valt nog te vermelden de benoeming van den heer L. J. de Wilde te Delft met ingang van 1 Januari 1893 in plaats van den heer II. Snijders, die wegens zijne benoeming tot leeraar in de staatswetenschappen aan de hoogere burgerschool voor het gymnasium bedankte. Het gebouw voldeed aanvankelijk vrij wel. De eeuwenoude katheders en de logge schoolbanken waren verdwenende lo kalen doelmatiger ingericht en de vroeger kale muren waren versierd met fraaie wandkaarten en platen. Toen echter na verloop van weinige jaren het aantal leerlingen, dat men bij de verbouwing op hoogstens 40 had geschat, belangrijk toe nam bleek hetdat althans twee dei* lokalen te klein waren

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 525