557 De gronden, die men ten voordeele dier meening aanvoert zijn: Het wapen van Middelburg. De naam en ligging. Het bestaan van een centraal punt. Twee oude muren. De eigenaardige kring van buizen rond dat centrum. De loop der riolen. De namen van twee straten. 3. Het wapen van Middelburg bewijst niet, dat er een burcht heeft gestaan Middelburgs wapeneen gouden burcht op een geel veld volgens Verheye van Citters do gueulles a la tour donjonnée d^ orop de borst van een enkel- of dubbelkoppigen adelaar, waarvan men den eersten zou verschuldigd zijn aan den Roomsch- koning Graaf Willem II en den tweeden aan keizer Maxi- miliaan leidt hoogst natuurlijk tot de gedachtedat dit wapen den primitieven burcht voorstelt. Dit is waarschijnlijk onjuist, omdatzooals bekend is de wapens der steden jonger zijn dan haar namen. Het wapen heeft dus een burcht, omdat de stad reeds Middelburg heettetoen men het wapen vaststelde. Zoo ontvingen bv. Gent en Brugge haar wapens in 965 toen zij reeds lang bestonden. Voor Middelburg was intusschen het wapen wel passend; en naburige plaatsen, wier naam ook een burcht uitdrukte, als Domburg, Souburg, hadden dan ook den burcht in haar schild. Elders verviel men intusschen daar door wel eens tot dwaasheden zoo bv. te Vlissingenwaar men eene Elesch in liet wapen namen dan nog wel die van Wil- lebrord, omdat men niet wist, dat Blushing een oud woord was, dat zooveel als branding der zee beduidde: in Enge land zijn dan ook nog een paar dorpen aan den mond van rivierenin Cornwalldie Flushing heeten. Ook te Goes ver giste men zich door eene Gans als wapen aan te nemen. Onze vroegere Archivaris J. P. van Visvliet vermoedde wel, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 569