561
opgerichtdan had men dat later wel verbeterd maar niet af
gebroken en bij den onzekeren toestand, waarin dit land ver
keerde, zou men het nog in 1200 en 1-300 hebben terugge
vonden, doch geene enkele kroniek spreekt van belegering of
inname van den Burcht. Steeds spreekt men van de veste, maar
nooit van den Burcht. Melis Stoke diezooals ik later nog
eens herhalen zal, in 1303 als ooggetuige de belegering en
de overgave van Middelburg bijwoondeomdat hijzooals
dit uit de nasporingen van wijlen onzen rijksarchivaris, mr.
J. P. N. Eümeiiins gebleken is, secretaris of klerk was van
jonker, later graaf Willem, in welke hoedanigheid hij ook in
1305 het beleg bijwoonde van Zierikzee dat hij zoo nauw
keurig beschreven heeftspreekt volstrekt niet van een steenen
huis of burcht. Hij spreekt van de veste en van de muren
maar volstrekt niet van een centraal kasteel, en dit zou de
nauwkeurige man niet verzuimd hebben. Er was dus geen
burcht enzooals ik zeideware hij er vroeger geweestnoch
Vlamingnoch Hollander had een zoo kostbaar pand aan den
moker prijs gegeven. Wat er toen stond was de gewone ge
vangenis. Dat evenwel reeds veel vroeger dat terrein als het-
ware voor een onvervreemdbaar eigendom werd gehoudenmeen
ik hieruit te moeten opmakendattoen de bisschop van Utrecht
omstreeks 900 besloot hier het eerste klooster te stichten, daar
voor niet dat hooge centrale punt werd genomenmaar een
naburig, eenigszins lager gelegen terrein, oostelijk van het eerste
dit klooster, steeds vergroot, is later de rijke abdij geworden
en eindelijk een bisschopszetelware het centralehooge terrein
verkrijgbaar geweestmen had het genomen.
Het laatste in 1827 afgebrokene en bij Smallegange
goed afgebeelde gevangenhuisdat ik gekend entoen het
verkocht werdheb gezienwas een huis met puntgevel en ee^
trap er vóór, met de attributen eener gevangenis. Het was
liooger dan de omringende huizendochofschoon het na
genoeg op het hoogste punt der stad lagkwam hetals men
de stad van buiten beschouwde, niet zoo hoog uit, als de