562. platen hebben afgebeeld, bv. die van blz. 42.2 no. 2 bij Smal- legange. Het dioeg in den gevel een steen met een adelaar en liet jaartal 1526het was dan ook Zelandia lllustrata) in dat jaar in de plaats gebouwd van een vroegere gevangenis. Dat vroegere gebouw heette 's-Gravensteende steenrol of het kohier der belastingen, werd er bewaard, en men leest dan ook in de stadsrekeningen(Kesteloo Archief Zeeuwsch Genootschap VI blz. 62) dat o. a. in 1461 de Burggraaf van Zeeland naar Middelburg kwam, om zijn steen te maken, d. i. om in 's-Gravensteen de belastingen met de regeering vast te stellen. In geen enkele oorkonde werd dit gebouw de Burcht genoemd, en toch had het in de plaats moeten gekomen zijn van het onderstelde kasteel, en zou wel den naam van burcht behouden hebben. Het is bekend, dat in den tijd der graven bv. in 1253 op bevel van Willem II ook de krijgsgevangenen er gebracht werden. Altoos wordt er van "s-Gravensteen ge sproken en nooit van den Burcht. Men weet niets van dat vroegere 's-Gravensteen; op geene plattegronden is het afgebeeldalleen vindt men op de bekende plaat van Smallegaistge blz. 410 no. 2, die ook door Ehrlich is overgenomen in zijne bijdrageen waarin oud Middelburg op eene uitslaande plaat wordt afgebeeldde aanduiding van een gebouwdat stond tusschen de markt en de kloosterkerkder halve daar, "waar het steen stond. Men mag uit de plaat opmaken Ehrlich heeft het ook zóó begrepen dat het geen gebouw was met een puntgevel, maar, zooals de vroe gere wel bekende bouwtrant dat medebrachteen gebouw waarvan de tinne kanteelen bezat. Hoog was het zeker niet. In de laatste jaren intusschen is de aandacht gevallen op een oud schilderstuk in 1511 gemaakt en thans nog in kopieën te Arnemuiden en te Middelburg bewaard(Catalogus Oudheids kamer n°. 3739). Door dit stuk, dat indertijd voor een proces gediend heeft en voor de topographie van het betrokken land zeer gewichtig iszooals het ook overgenomen is door de heeren Walraven en Polderdijk in hunne belangrijke bij-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 574