573
zou hebben geloopenen dat men daar: den west- en oostoever
zou moeten zoeken, waarvan volgens eene oorkonde van 1301
de bewoners onderling liadden gevochten op den Dam. Ik weet
niet waar die oevers kunnen gelegen hebbendoch zou ze liever
plaatsen ergens buiten de stadomdat het terrein van de
Langedelft veel te beperkt was om dat in oevers te kunnen
verdeelen.
De naam van Middelburg zou voor ons meer begrijpelijk
zijn geweest, indien men de stad had genoemd Arnedamme.
12. Oud Middelburg had nagenoeg de grenzen
der tegenwoordige binnenstad.
De stadwellichtzooals ik reeds opmerktein de eerste
tijden in drie buurten verdeeld, had dan nagenoeg dezelfde
grootte als thans de binnenstad. Ik stem het jhr. Paspoort
toedat men haar grens kan stellen aan den Bleek op het
Molenwater; de wal liep dan langs de ïïeerengracht en Mo
lenberg waar in den tijd van Gtjicciardini nog een molen
stond tot halfweg den Beenhouwerssingel. Omdat de eerste
Ylissingsche poort in de buurt der Varkenmarkt of Stadssckuur
moet gestaan hebbenmoet de wal daar naar binnen geloopen
hebben. Van daar ging hij of langs de latere Nieuwehaven
of achter de tegenwoordige gevangenis op de eene of andere
wijze naar de Bellinkbrugin wier nabijheid een toren stond,
dien men den Duivelstoren noemde. Van deze brug ging de
afperking over den Dam naar den Bleek, maar wat er nu tus-
schen die laatste punten geweest is, weet ik niet. Jhr. Pas
poort meent in twee perceelen op den Damt. w. in P 153
en G 33thans bewoond door den heer C. J. J. A. van
Teylingen en mevr. douairière Nahuys nog sporen te hebben
gevonden van dien primitieven toestanddoch ik durf het niet
beslissen. De stad liep dus nog niet tot in de Molstraatwaar
men met meer zekerheid sporen van een lateren muur heeft
ontdekt. Aan den Bleek zeiven heeft menook nog onlangs
in den grond een muurstuk gevondenloopende in de richting