574 van den Dam, doch Ehblich hield dit voor een beschoeiing van het Molenwater, hetgeen nagenoeg op hetzelfde neerkomt. Men kan in alle gevalle aannemen, dat de grens der stad lag aan de westzijde van liet zoogenaamde Spui, hetgeen misschien is geweest een stuk van de eerste gracht. De grens liep achter het klooster der Bogaarden. De hooge ligging van de helft der Spuistraatde gang in de Spanjaardstraat langs perceel F 75 en achter perceel F 71 de Pauwpoort en ïzabellagang aan de noordzijde van den Dam zijn wellicht noch herinneringen aan dien tijd. Bij de beoordeeling van dit alles vergete men niet, dat de oorspronkelijke plaats niet uit pleinen en straten bestonddoch uit verspreide hofsteden en huizen, waartusschen men wegen en wegjes had opengelatenen dat eerst later door den bouw van kloosters en kerken en door groote branden regelmaat is ontstaan. 13. De daling van het middelpunt naar de bin nengracht is nog te bespeuren. Ondanks de vele ophoopingen van straten en pleinen en van tuinenis er nog iets terug te vinden van daling van den grond naar de grachtzonder dat er ergens elders eene andere gracht is gevonden. Achter het centrumwaar men dan wildat de burcht zou gestaan hebbendien ik meen te mogen ontkennenloopt de lagere en van riolen voorziene reeds genoemde Lombaardstraat of Bachtensteene met duidelijk dalende tuinen; aan de andere zijde ligt de lager liggende Wal en liggen vooral lager de ter reinen tusschen den Wal en de Langedelft, als ook de Stroo- poort. Oostelijk daalt men al meer en meer tot aan de Span jaardstraat, die dalende blijft tot aan het Spui. Ook aan de Kerkstraatjes is daling op te merken. Rond die lagere erven bespeurt men een hooger gelegen cirkel; dit zijn de vroeger besprokene, een cirkel vormende en opgehoogde stratenwaaraan zich de Markt aansluitdoch

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 586