575
buiten dien cirkel, die zelfs ook lager ligt dan bet centrum,
ontmoet men alweer bier en daar de lagere grondenterwijl
die straten zelve eertijds ook laag waren; immers men beeft
in de Langedelft, toen men school C bouwde bet overblijfsel
eener straat onder den grond ontdekt en twee* meter onder den
grond van bet afgebroken buis S. Peterthans B 125 eene
beenen schaatsevenals er gevonden zijn in een vliedberg van
Serooskerke.
Alweder worden die opgehoogde terreinen door lagere om
geven. Ik wijs op de Gravenstraat, op de Zusterstraat, vooral
op de St. Jansgang, die oudtijds doorliep naar de Hoogstraat
of den ouden wal. Verder bewijzen het de tuinen tusschen de
Langedelft en de Kade, met de moeilijk gelegene oude riolen.
Ik meen, dat de primitieve daling ook blijkt uit de tuinen
tusschen Noordstraat en He.erengrachten in liet westelijk deel
der stad uit den Penninghoek, uit een deel van de Geere en
uit andere straatjes. De opgehoogde Langeviele heeft ook een
vloer onder een huis opgeleverd en in een thans vernieuwd
gebouw, K 379, vroeger door den kuiper Eldi.jk bewoond,
lageen meter onder den grondeen kannetjewaaruit dus
blijktdat daar eene laagtemisschien een poel is geweest.
Pond die laagten loopen nu de leidijken of kadendie tegen
liet zeewater beschutten en tot 1600 den buiten wal hebben ge
vormd en naar mijne meeningdat van den beginne af geweest
zijn. De Bleek en het Papenstraatje zijn duidelijke bewijzen
dat men daar den wal opklom.
Indien de eerste wal van den Bleek geloopen heeft langs het
klooster der Bogaarden stalhouderij van den heer Hen-
duikse naar den Damdan heeft de eigenlijke bleekerijde
tuin van jhr. J. P. Boddaej.it buiten dien kring gelegen. Liep
de eerste wal naar de Molstraatdus overkruisende het spui
dan lag die bleekerijwaarvan misschien een vijver in den
tuin van dien heer nog het overblijfsel is, in de stad.
Aan het einde der Sint Janstraat is het terrein breeder
omdat daar eene- kerk gestaan heeftdochzooals ik zeide