578 in 991 gebouwd, dan was Middelburg in korten tijd eene stad van belang geworden. De kerk stond toch niet buiten de stad maar op de Markt, die aan haar hare grootte en regelmaat heeft te danken en zij stond althans volgens een charter van den bisschop in 1295, midden in de stad: dus was toen reeds Middelburg zoo groot als de latere binnenstad. Zeker zullen nog niet alle partijen in de stad met evenveel vol doening naar den triomf der christenkerk gezien hebben en hieruit verklaart het zich misschien, dat deze eerste kerk in grootere afhankelijkheid tot de regeering stond dan de overige kerken. Evenals alle kerken had ook deze een kerkhof. Dit gaf, 'zooals uit het door mr. J. H. de Stoppelaau uitgegeven oud archief blz. 4 is te zien, den bisschop maar al te vaak bv. in 1295 reden tot ergernis, omdat men er vele winkels op plaatste, waarschijnlijk zonder daarvoor te betalenen omdat men er ook niet altoos even stichtelijk markt hield en schandalen uit voerde. Het is uit opgravingen in 1892 gebleken, dat dit kerkhof doorliep tot de westzijde der Markten dus zeer groot was. Zulk een heiligdom met zulk eene omgeving zal men dan ook welevenals de latere kerkenbinnen liet oppidum hebben gesticht. Zonder twijfel bestond toen ook reeds het klooster, dat later Abdij werd, welke laatste, behalve aan de Moedermaagd, ook was gewijd aan St. Nicolaasden be schermer van schippers en visschershetgeen merkwaardig is met het oog op de vermoedelijke bevolking van het eiland. Westelijk van de Markt zullen in 991 zonder twijfel ook huizen en wegenmisschien slooten maar geenc andere gracht geweest zijn dan de tegenwoordige. Het blijkt alzoodat Middelburg reeds zóó groot moet ge weest zijn als het eilandje zelf, doch natuurlijk niet zoo zwaar bevolkt. Men begrijpt dan ook, dat er, toen de Kerk, na de nederlaag der heidensche partijmeende werk te kunnen maken van de uitbreiding van haar gezagop liet terreinwaar zij zelve zoo veel grond bezat, gelegenheid bestond om de St.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 590