584 en dat er meermalen liet on weder was ingeslagen. Bit kon door den metalen windwijzer niet uitblijven, doeli de kerk werd gespaard, vermoedelijk omdat de electricite.it langs de looden goten een uitweg vond in de regenbakken. Volgens nasporingen van mr. S. de Wind bracht men die bestrating tot stand in 1578; deze verbetering kostte bijna 3800 gulden en vereisckte 314.800 steenen. Er werden toen regelen vastgesteld voor de kramen en spellendie op de jaar- en weekmarkten daar geplaatst werden. Uit de charters en rekeningen blijkt hetdat de Markt van oudsher de plaats was voor kramen van allerhande soort. Of schoon er eene vleeschhal bestond vond men toch goed op Zaterdag omstreeks de helft der vorige eeuw eene vrije vleeschmarkt te houdenzoodat er toen volgens den Tegen woordig en staat blz. 188 een groot aantal vleeschkramen in rijen geschaard stonden. De kermis, steeds door velen gewenscht en voor anderen een gruwel, werd in 1747 en in 1748 twee jaren achtereen niet gehouden wegens tijdsomstandigheden. Ik lees daar ook, dat toen reeds de volgens het oordeel der tijd- genooten zoo zedenbedervende kermisspellen sedert geruimen tijd reeds waren geweerd. Thans hebben de vleeschkramen voor vleeschwinkels plaats gemaakt, die de aloude hal hebben over wonnen maar de zedenbedervendespellen zijn teruggekeerd en staan nog altooszooals bij het bestraten der Markt werd bepaald. Het schooneoud-duitsche stadhuis ook weder latende rusten moet ik echter vermeldendat er voor vele niet-neringdoenden eene reden was om niet op de Markt te wonen, namelijk' het schavot, dat eindelijk, zooals men weet, is afgeschaft, terwijl de roode planken voor een deel gebruikt zijn voor muziektent op het molenwater. Sedert 10 Juni 1546 tot den zoogenaamden Eranschen tijd hadden daar exeeutiën plaatskleinere straffen werden ook wel elders toegedeeld, b.v. op de Groenmarkt, wanneer het von nissen gold van de admiraliteiten zeer enkele malen misschien

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 596