586 uit cle stad, Sara Geldof verder Kanaar en Frederik Hendrik Schroeder allen wegens doodslag en eindelijk in 1851 Jean Baptists de Loeil, wegens treurig afgeloopene mishandeling zijner vrouw. Op den hoek van het stadhuisheb ik het in 1858 afge- brokene arendhuisje gekend, naast de in 1452 gemaakte vleesch- hal. De stad, die zich inbeeldde eene lceizersstad te zijn en dan ook eene kroon op haar toren heeft eigenlijk meer een konings- dan eene keizerskroon hield erals zij kon een arend op na. De knape der hal moest hem voeden, maar met welk vleeschIk heb er meer dan een in dit kleineveel te lage gebouwtje zien wegkwijnen. Boven op stond een lei dekkers schaliehamer, eens het gilde-proefstuk van den in 1829 overleden loodgieter Jasper van Nederveen, die in 1792 zijne zaak begon. Naastaan heet de straat de Helm. De naam is ontleend aan eene oude herberg, die nog in 1788 bestond. Doorgaans was een uithangbord eene soort lokvink voor zekere klanten dit zal ook hier zoo geweest zijn; immers aan den linkervleugel van het stadhuis was de wapenkamer en de wacht. Op den hoek het kleine logement St. Joris. De gevelsteen die den heiligen St. George voorstelt, zooals hij den mytho- logischen draak doodt en twee andere steenen, met de wapens der stad en provinciedoen denkeudat daar eens de Hoofdman van het St. Jorisgilde of schuttershof woonde en dat hij eene liooge waardigheid bekleedde in het bestuur van gewest en stad. De rijkelui moesten zich met weinig behelpen vóór de uit breiding der stadgelukkig bezat men meestal eene buitenplaats. In het kleine aangrenzende huisje woonde in het begin dezer eeuw de assistent van het Natuurkundig gezelschapde goud en zilversmid C. Tevel. Men kan ze nog vinden op den zolder bij het zolderraam de kleine venstertjes, waardoor hij als liefhebber der sterrekunde zijne //vare gezichten"'1 richtte op zon of maan. Was de ring van Saturnüs te zien, dan kon men hem op een helderen winteravond midden op de markt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 598