15 .6. Hij met den organist kregen 2 16 6 over
lat zij cle orgele inde voirs pestmisse gedyent en gespeelt
1571.
De cellebroers kregen 6 8 gr. voor liueiï eyrë vuijte
te collegeerë hëlnijde toegeleijdt om de contagieuse
syecte wille," 1571.
Aan den postmeester werd 5 betaald //over zekere pestcure
jende gardiaë vanden Mirebroeds en andë aid gedaë," 1571.
Minderbroeders kregen bovendien nog 17 1 8 //voir
aëluijde te doë curere bij de pestmeester1571.
Eene der stadsvroedvrouwen wordt, genoemd //meestersse
overde haestyge zyeekte." Zij kreeg 30 Q voor exordinar
1571.
//Mr. Joy gum Louweijt" kreeg eene jaarwedde van 9,
verschenen Juni 1574, rekening 1573. Volgens de rekening
het volgende jaar ontving hij 17 17 51/2 voor be
Lenaart van Yseghem kreeg 2 //over zeker zijn dyëst"
als pestmeester15 7 4
Mr. Mattheus ontving eene belooning van elf gulden in de
maand, over tien maanden, verschenen 3 Maart 1575 s. c.,
rekening 1575.
Mr. Laurens Obbaerts of Oitwaerts had ook eene beloo
ning van elf gulden in de maand, verschenen 5 Januari 1577
bver 2 maanden en mr. Die rik Thuys van der Spui je eene
gelijke bezoldiging, ook over twee maanden, verschenen 30
Juni 1577.
Mr. Jacob Grommelycnk had eene wedde van 2 per maand
en ontving die over drie maanden, verschenen Juni 1578. Hij
kwam van Brugge en werd 28 October 1578 poorter. Zijne
wedde werd tot 10 Augustus 1583 uitbetaald, het laatst aan
zijne weduwe.
De pestmeester Jan Willemsz. kreeg over tien maanden
verschijnende 10 Juni 1583, eene belooning van 18. Vol
gens de rekening van 1584, had hij eene jaaawedde van 24.