590 de straat doorl.oopendocli nietzooals de legende zegtnaar de vroegere kerkja volgens anderen tot het klooster. In 1833 staakte men het onderzoek uit vrees voor bedwelming of instorting. Het huis is later voor herberg verhuurd en voor diners of soupers. Het was in dit huis dat de raadselachtige Bëroni- ciüs de vuile straatslijperde mismaakte rondreizende dichter een staatkundige vluchteling waarschijnlijkzijne gloeiende improvisaties hieldin het Grieksch of .Latijnzooals men verkoos waardoor hij ofschoon dronkenzooals hij altoos was de geleerde heeren die hem op een partijtje hadden ge vraagd deed verstommen en hieronder waren mannen als Antonides van der Goes. Ieder in Middelburg kent zijn gedicht //de Boeren- en Overheidsstrijdeen Latijnsch poeëm op het oproer der boeren in 1672. Het was in het huis van Homburg dat bij dat oproer de oud-burgemeester de IIaze vluchten moest en de schepen Duvelaar; de boeren sleepten ze er uit en brachten ze naar eene kroeg in de Nadorst. De boeren onderwierpen zich weldoch kregen hun zinde regeering moest veran derd worden. Beronicius is op geene vroolijke partij als offer van Bacchus gevallenmaar hij smoorde in eene gracht van Middelburg en werdvolgens Nagtglas in de koorkerk op 24 Bebruari 1673 begraven. Ik vergun mij hier in te lasschen eene minder bekende anecdote. Toen Beronicius kleingebocheld en nietig van voorkomente Leiden de gehoorzaal binnentrad waarin pro fessor Gronovius eene rede hield in het Latijnkwam het juist in diens rede te pas om op den binnenkomende onbe kende te wijzen met de bekende woorden //Monstrum horren- dum informeingens." Nog vóór dat de professor in zijn langzaam Latijn de volgende diclitwoorden kon uitspreken had het manneke den vinger naar hem uitgestoken met die woorden Cui lumen aderi^tum." De hoogleeraar had toevallig maar één oog.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 602