53 Hij kreeg £8:6:8 in plaats van zijn vijfcle part, van de //spaenders ende ander brandinglie 1596. Vreemdelingen. Er werd aan Jacob Willemsz. Ravesteijn 12. betaald voor alle avonden, gedurende een jaar, de namen en toenamen op te schrijvenop het stadhuisvan de vreemde lingen, die in de stad kwamen, 1584. Vroedvrouwen. Jonkvrou Paschijne Stoops gezworen vroetwyf was overleden, 1553. Lijsbetk Jansd1'. de stadsvroedvrouw had eene jaarwedde van 8rekening 1555. De vroedvrouw kreeg 2 voor verhuizing uit den Briel 1555. De vrouw van den orgelmaker 3 an Roose was vroedvrouw op eene jaarwedde van 12rekening 1564. De stad had drie vroedvrouwen in dienst, waarvan twee op eene jaarwedde van 6 en eene op eene jaarwedde van 10, deze laatste ten behoeve van de pestzieken1572. Zie hier- voren. Volgens de rekening van 1595 waren er ook drie, waarvan eene //in de peste.'1 Wachtmeester. Er was een wachtmeester in dienst met een jaarwedde van 24 en een provoost-generaal met eene bezol diging van 6, rekening 1578. Erancois Valerius had eene jaarwedde van 2 als clerck van colönellen en cappe- teijnen deser stad,"'1 1581. WaterbaljmoEerdinando Molkman bekleedde dezen post. 1563 en Laurens Meyros, 1593. In 1599 bestond het stadsbestuur uit: een baljuw, twee burgemeesters, elf schepenen en 12 raden, 4 tresoriers met een klerk die de rekening hield, 3 weesmeesters met een procureur Voorts had de stad in dienst: 2 pensionarissen, 2 secretarissen, ieder met een klerkbenevens een klerk in het vdorkantoor een procureureen knecht voor iederen burgemeestereen poorters-waterklerk6 boden en een loopenden bode (messagier)1 crieerderseen stadsdoktereen pestbezoeker en 2 postmeesters

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 62