3 tocli waag ik het, wat ik weet, bijeen te brengen. Ik volg in mijne opsomming de tegenwoordige ambachten of heerlijk heden ofschoon het bekend isdat ook deze niet altoos zoo groot of zoo klein geweest zijn als tegenwoordig. Ik heb dat ook voor Walcheren gedaan, lioewel ik b v. wel wist, dat voorheen de heerlijkheid Aagtekerke een deel van Domburg- heeft uitgemaakt. liet zou te kostbaar geweest zijn om de groote bovenbedoelde kaart van den lieer IIolm gelithographeerd bij dit mijn nederig stukje te voegen; om ze te bewaren heb ik ze den heer Con servator der Zelandia Illustrata ter hand gesteldom ze voor hem, die ze zien wil, beschikbaar te stellen. Yoor deze op somming der bergen heb ik gemeend mij te mogen bepalen tot een paar kaartjes, die in zwarte en roode lijnen Zeelands grenzen aanduiden van thansen tevenszooals ik zeidede eilanden, zooals Dkesselhuis ze zich voorstelde, uit de 13e eeuw; wegen of watergangen of grenzen der ambachten zijn niet weergegeven en van de dorpsnamen slechts diewaarbij zich bergjes bevonden of nog te vinden zijn. Men vuile bij de lezing deze leemte aan door eene gewone kaart van Zeeland. Ik acht het noodigvoor hendie vroegere mededeelingen Diet kennen nog eens een blik te slaan op oud Zeeland en in korte woorden te herhalen, wat ik in het A re] lief van het Zeeuwsch genootschapdeel VI bijeen heb gebracht omtrent de bergen in Walcheren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 129