6 ging gebruiken en na lang tijdsverloop voor wezenlijke bebou wing en voor de daarbij behoorende bergen. Die groote plas werd natuurlijk bevaren; men weet, dat toen Britannia eene Romeinsche provincie was, kier op liet hoogere deelop bet Litus Saxonicumeene handels-neerzet- ting gevormd werd door Latijnsprekende kooplui en dat toen Rome zijn Brittannia verloor, ook die nederzetting aan baar lot werd overgelaten. Zeeland werd de weinig bevoorrechte, en weinig zekere grens van Friesland. De inwoners, Sueven zal ik ze maar noemenleefden van wat bun schorren ople verden dus van de visclrvangstden handel in eieren en ge vogelte, van de schapenteelt en van de scheepvaart. De Wester- schelde was toen geen breed vaarwater, misschien de Ooster- schelde en de groote waterweg van het vasteland liep langs grootere wateren midden door onze hedendaagsche eilanden. In het zuiden had men de stroomen, die men de Osse, de Honte, de Deurloo noemde; door Zuid-Beveland liepen de Yve, de Loyve, de Swake, de Ierse; door Noord-Beveland de Wijt- vliet en stukken van de Baalin Schouwen de Golde en andere stroomen; kortom het was een archipel, alleen bevaar baar en bewoonbaar voor ingezetenen en dat wel alleen in het goede jaargetijde. Maar op de schorren ontstonden hoogere en droogere plaatsen en de Sueveneen dolichocephaal ras een Scandinavische menschenstam, begon den landbouw uit te breiden, dien zij vroeger reeds beoefend had, zooals uit de runderen-, paarden-, geiten en varkensbeenderen blijktdie men nu op de buiten de duinen gelegen westkust en in de bergen terug vindt. Men bouwde voor het binnenwater beschutte hoeven, met de bergen er bij en beschermde het land niet of door kleine dijken, men maakte betere waterwegen of omringde een en ander door hoogere binnendijken. Zoo ontvingen de heer lijkheden meer vaste grenzen en de boeren, toen nog geheel onderhoorigenwerkten voor de heeren, die dikwerf vreemdelingen of geestelijken waren. Geld gebruikten de arbeiders wel niet, althans er is nog nooitzoo ver bekendin een afgegraven

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 132