10
tijd. Zeeland is na den Frieschen tijd Frankisch geworden.
Geld wij zeiden liet reedsis er even min in gevonden als
eenig gaaf dierengeraamte of inenschenbeen.
Ofschoon er vele eeuwen zijn verloopenligt nog dikwerf
eene groote hofstede hij den nog aanwezigen of reeds afge
graven berg, natuurlijk niet altoos, omdat men wel meer
malen de hoeve zal hebben geslecht om ze op veel betere plaats
te herbouwen in dat geval liet men den berg alleenstaan en
dit is de oorzaakwaarom enkele nog geheel afzonderlijk in
eene weide liggen, hetgeen velen zoo onbegrijpelijk is voor
gekomen.
Somwijls lagen de heuvelen geheel afzonderlijk, somtijds
twee of drie bijeen. Bij vele zijn gehuchten ontstaan met een
kerkjebij andere aanzienlijke dorpenal naar mate de ligging
dit bevorderde. Waren er bv. drie bergen, dus drie oor
spronkelijke hofsteden, dicht bijeen dan werd de latere kerk
veelal in het midden der hoeven gebouwd en ontwikkelde zich
het dorp rondom dat Godshuis.
Van veel belang is het te weten, dat uit de plaatselijke
gesteldheid meestal nog is op te maken, welke oude weg als
wegeling of als pad naar den berg toeliep, doch natuurlijk
meer naar de hoeve dan naar den heuvel. Menigmaal be
staat zelfs nog het oude voetpad.
Voor de kennis der ontwikkeling van de aloude ambachts
heerlijkheden is het gewichtig nog te kunnen aantoonen, dat
de heuvels veelal lagen vlak bij de grenzen dier eigendommen.
De uitbreiding der cultuur en de behoefte aan waterwegen
bracht te weeg, dat men in Walcheren de bergen, dat is de
hoevenaanlegde nabij watergangenwaar ze ontbraken waren
er toch altoos sprinken of slooten, die in de grootere water
gangen uitliepen. Hoe onregelmatig schijnbaar ook hunne
ligging moge zijn geweestnog is het duidelijk, dat zij veelal
langs de watergangen, bv. rondom het vlek Hoogerlande, heen
liepen naar de zoogenaamde Arnedie oostwaarts naar de
grootere zeevlakte liep. Rondom die Arne lagen aan weers-