36
Eedat is het water van Siric. Maar wat beduidde dat laatste
woord Was het een verloren gegane eigenaainof mag men
met de wetenschap, dat de zoutfabricage uit derrie-zout daar
steeds eene zeer groote vlucht heeft genomen 1) en uit het
feit, dat in een oorkonde van het, ook door zijne zoutkeeten
bloeiendeReimerswale een //Siriclepel" vermeld wordtbe
sluiten dat Siric zout beteekenthet doet er niet toebeide
woorden zijn overoud en zijn dus niet in strijd met de
meening dat de stad ook zeer oud is, uit den bergtijd afstamt
en misschien tusschen vliedbergen is ontstaan Maar ze ont
breken thans bijna alle en er is geene enkele herinnering van
overgebleven.
22
Dat de zuidelijk rondom de haven gelegen landen geen bergjes
hebben, is te begrijpen uit hun late inpoldering. Noordelijk
lag in de jurisdictie der stad of, zoo als men vroeger zeide,
in het Poortambacht, toch nog één bergje, en dat is er nog!
Behalve ditis op een enkele kaart nog een zeer kleine
hoogte afgebeeld in liet Poortambacht. Het moet gelegen
hebben tegen den Jan Nisse weg, den Lapschures weg enden
Pennebetsweg. Ik weet van deze verhevenheid niets mede
te deelen en heb ze niet opgenomen.
Omtrent den nog bestaanden heuvel schreef mij in 1892
de heer de Vos uit Zierikzee, dat Matting a hem teekende op
de ware plaats. Hij is niet groot meer en ligt vlak bij den
bovengenoemden Pennebetswegden Oudenweg en het verlengde
van den Jannisse-weg. De Vos vond reeds, voor eenige jaren,
in de onmiddellijke omgeving van den berg eene ongewone
hoeveelheid van mosselen of schelpen aldaar bij het uitdelven
der vaart aan weerszijden van den weg geworpen. Overleve-
In de l6c eeuw toen men het zout natuurlijk niet meer uitsluitend
uit daring of uit zeewater maakteverbrandden er niet minder dan 77 zout
keeten. Evenwel reeds vroeg zal er ook wel steenzout zijn aangevoerd.