38 Het eiland Duveland is thans, na het geheel sluiten van liet dijk wat er, aan Schouwen verbonden; vroeger hebben wij reeds gezegddat in den tijd der vliedbergen een breede stroomde Golde of Gouwedie eilanden scheidde. Reeds in den aanvang der 14?e eeuw werd er een deel van bedijkt, doch in 1304 was dit water nog zoo bevaarbaar, dat een vloot naar Zierikzee hierlangs kon varen en er een be langrijk scheepsgevecht plaats greep. De gronden van het eiland zijn wel eerst in de 13e en 14<e eeuw bedijkt doch de grondslag zelf was veel ouderimmers het was in deze oorden dat men de schorren uit den tijd van Wille be. oud plaatst waarvan oude annalen schrijven, dat er wel 900 schapen op konden weiden. Natuurlijk was het eiland zelf, dat door overstroomingen en bedijkingen steeds van gedaante veranderdein groote stukken door de breede waterstroomen verdeeldwaaruit heerlijkheden ontstonden. Wij vermelden die van Sir Jansland, van Ooster- landvan Oost Duveland of Bruinissevan Capellemet Nieuwerkerkevan Bothland en van Ouwerkerke. Onder deze draagt Bruinisse een oud klinkenden naam; het heet den kelijk naar een alouden ambachtsheer, maar opmerking ver dient het tochdat aldaar de ondergrondvolgens de on derzoekingen van Dr. Seelheim uit bruin zand bestaat, dat van het grijze slijk der Schelde verschilt; het eerste komt uit Zwitserland en van den Rijn, liet tweede uit Frankrijk en de Ardennes. Yan de oude stroomen bestaan nog de Marevliet of Geule en de Steenen Zwaan. Slechts Kapelle en "Nieuwerkerke hebben bergjesOuwerkerkedat natuurlijk ouder isheeft er geene. Dit is alweer niet voor opheldering vatbaar, doch men vergete nietdat men dicht bij Holland isdat vele rechte wegen aantoonendat er vaak overstroomingen hebben plaats gehad waarna door beversching de oude kronkelwegen verdwenen en 1) Grondboringen van Zeeland. Amst. 1879.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 164