HET EILAND THOLEN. Dit eiland draagt zijn naam naar het stedeke dal men oud tijds //ter Tolen" noemde, en dit beteekent //aan den Tol;" het heette dan ook zoo naar een toldien de heeren van Brabant hier gewoon waren te heffen van de voorbijtrekkende schepenhet was de kortste weg en ook wel de veiligste omdat men er in plaats van ondiepten een diepen stroom vond. De graven of hertogen van Brabant hadden hier bezit tingen en kerkelijk behoordealthans het oostelijk deelaan den bisschop van Lnik en niet aan dien van Utrecht, zooals elders in Zeeland het geval was. De tol lag aan een tak, die Ooster- en Westerschelde ver bond of zoo men wiltusschen de van Antwerpen stroomende Schelde en de nit Holland komende Maas; doch die. naam van Maas is hier in onbruik geraakt. Hier heette zij de Striene of Struoneen takken van dezedie het eiland zuidelijk omspoeldenverdeelden de schorren onder andere namen. De Striene maakte de grens uit tusschen Zeeland en Brabant. Als een overblijfsel uit den ouden tijd beschouwe men dus den naam van den polder Nieuw Strijen en het water de Eendrachtdat Tliolen scheidt van den vasten wal. Dit woord zal wel Eëentrecht of waterpassage beduid hebbenwij kennen het woord Ee als het oude woord voor water, en vinden dit in het hedendaagsche eiland nog over als Ee en als Zoute-ee. Aan trecht herinneren in de buurt: Woensdrecht, Ossendrecht Berendrecht en vele andere naar overzet-veren waarschijnlijk genoemde plaatsentenzij drachttrajectumniet eene passage maar moerassen beduid heeft, doch dan blijft toch de be- teekenis weinig verschillend. Evenals alle eilanden is ook dit trapsgewijs ontstaan en in den tijd der bergboeren zal het grootste deel nog onder water hebben gelegen. De oudste deelen zullen wel die met oude namen zijn geweestals Tholen zelf en SchakerlooStavenisse en Scherpenisseterwijl de nieuwere namen, als St. Annaland,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 172