50
den stroom te keeren, zoodat de Loolioek in 1671 werd buiten-
gedijkt en ook de berg verdween met 95 gemeten gronds
voor goedalthans totdat ook dit oord weder eens land zal
zijn geworden.
3.
De derde vluchtberg was tot nu toe gelukkiger, want hij
bestaat nog, (1897) II. beeldt hem op zijn oud kaartje af
niet nabij een stranden niet nabij een grooten stroommaar
op een klein eilandjedoor binnenwateren omringd en midden
tusschen vele dergelijke schorren en gorsen. Zoo moet men
zich de ligging van al de oude bergen voorstellen, ook van
die, waarvan men meent, dat zij dicht bij een gevaarlijk strand
lagenwant plaatsen zonder veel schorren in den omtrek zal
men wel niet hebben vertrouwd. Al wensch ik niet met H.
dezen heuvel te laten opklimmen tot den tijd van Plinius,
zoo waardeer ik toch zijn hoogen ouderdom De grond waar
uit hij bestaatkomt dan ook overeenzooals overalmet
de diepere lagen der omgeving.
In de bekende tabel van 1S34> wordt de berg opgegeven
als reeds eenigszins afgegravendoch nog met eene hoogte van
20 M hetgeen natuurlijk eene vergissing is.
De berg lag aan een kleinen tak van de Ede. De heer
H. meent nog in een rondloopenden lagen weg het overblijfsel
van dat water te herkennen Toen alle omringende gronden
verrezen waren, lag hij midden in de heerlijkheid Westkerke;
wanneer ik hem dus tot Scherpenisse rekendan is het al
leen omdat het land thans als gemeente er bij behoort. Evenals
altoos had ook hier het ambacht zijne eerste hoeve Thans ligt
de berg op een half uur afstand van het dorp Scherpenisse, op
den wegdie geleidt naar Gorislioekhet overzetveer op Ierseke
in Zuid-Bevelanden dus van oudsher aan een verkeersweg.
Ik vond hem in Juli 1897 vertikaal overal afgegraven, doch
nog hoog en ruw begroeid. De inhoud was klei, hier en
daar met schelpjes en beenderen. Er lag een groote sloot