55 //naast deze boogte, slechts door eene sloot er van gescheiden, een dergelijkdoch veel hooger bergje met eene uitgestrekt- //heid van ongeveer -350 Q roeden. Beide zijn waarschijn- lijk vereenigd geweest, misschien met een drinkput in het //midden, zooals in Stelbergen. Te zamen zouden zij 350 //roeden of 65 aren en 40 cent. groot zijn geweest." Tot zooverre de heer Was. Bij de afgraving van den nu verdwenen grooteren heuvel is volgens verklaring van den af- graver of liever van iemanddie er bij wasniets gevonden dan vele zoogenaamde Zeeuwsche moppenbeenderen vond men volstrekt niet. Werd er nu en dan gegraven in den nog bestaanden, dan werden er ook steenen gevonden en ook wel beenderenmaar volstrekt niet in die matedat men aan eene offerplaats zou willen denken. Men ziet het, dat die heuvels uit- en inwendig veel ver schilden van de Walcherschezij doen denken aan eene Eriesche terpbehalve dat zij missen de grootte en de bewijzen van af wisselende bewoning. De grond is evenwel daarvoor ook te jeugdig; men vond gewone gebakken steenen uit de 10 of latere eeuwen en geene schijven of schaatsen of andere oude zaken. Ik wil dus wel aannemendat die heuvel of dub bele heuvel in den Noordpolder waarvan toch het eene deel wel vroeger bewoonbaar is geweestdan liet andere een vluchtberg is geweestgemaakt voor de bedijking maar in veel lateren tijd. De makers zullen misschien menschen van een anderen stam zijn geweest dan zijdie den berg van Westkerke hebben gemaaktdie andere gewoonten medebrachten. De eigenaars waren vermoedelijk Hollanders of Vlamingen. Stavenisse. Nog westelijker, ja geheel aan een, in liet nog gevaarlijke diepe watervooruitspringenden hoekligt het oude ambacht en dorp Stavenisse. Er zijn er die al phantaseerende in den naam een herinnering willen zien aan den God Stavo van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 181