56
Stavorenik voor mijzie er niets indan dat de alonde
bezitter dier jNTisse Stave of Staeve, tlians Steven beeft ge-
beetendocli liet woord nisse zelf pleit voor oudheidge
lijkstaand aan den bergtijd. Het is een oud en tevens een
nieuw landde rechte wegen in den polder en de eigenaardige
vorm van betals eene straat landwaarts inloopende. dorp pleit
voor vernieuwing of beverscbing.
Het ambacht lag alweder op een eiland, door stroomen
verdeeld en door stroomen van zijne naburen gescheiden. Doch
in 1509, lezen wij bij Hollestelle, werd het oudste en
merkwaardigste deel dezer heerlijkheid met dorp er bijmet
andere woorden metal, wat bewesten het water //de Kamer'" lag,
overstroomd, zoodat het, ik meen wel 90 jaren als opene
slikken in gorsen bleef //drijven." Yandaar de nieuwe wegen
en het verdwijnen van al wat oud was. Wij kunnen zoo min
als voor Noord-Beveland uitmaken of er vliedbergen zijn ge
weest; de naam en het naburige Westkerke doen het echter
vermoeden.
Ik heb in de heerlijkheid Stavenisse geen eigenlijke ouder-
wetsche vlnchtbergen gevonden, toch vindt men er hoogten,
waarvan niet blijkt, hoe oud zij zijn. Ik heb ze niet in de
kaart opgenomendoch wensch toch op te teekenenwat ik
er van weet.
Hollestelle teekent in de schorren, waaruit volgens hem
dit vaak geteisterd land bestond, een stelberg af ten zuid
oosten van het dorp en zuidelijk van het water, de Kamer.
Men kent hem nog onder den naam van //het hooge stuk"
op den grooten weg van het dorp naar St. Maartensdijk dicht
bij het eerste dorp. Uit die ligging zou ik opmaken, dat die
hoogte werkelijk voor de laatste inpoldering heeft bestaan, en
inderdaad een afgegraven vliedberg is geweestmisschien een
uitgebreidezooals wij zooeven een hebben leeren kennenGeen
enkele naam herinnert in dien nieuw herdijkten polder echter
aan een vluchtberghet blijft opmerkelijk dat nagenoeg op
de plaats, waar H. dien stelberg teekendetoch nog dat hooge