57 stuk bestaaten dat de overlevering zegtdat op die hoogte in lang vervlogen tijden eene schaapskooi moet hebben gestaan. Zoo ligt ook in den Oud-kempens-hofstedepolderdie later bedijkt is dan het oorspronkelijk Stavenisse, in het midden er vaneene zeer oude hofstededie men ook //de hooge hoeve1' noemt. De grondslag is daar hooger en zonder twijfel heeft daar vroeger eene hoogte gelegen. Zij ligt aan den Bruitschen- weg en deze ligging beantwoordt dus wel aan die van een oorspronkelijken berg. De heer Hollestelle teekent hem niet aan, en tegenover zulk een autoriteit waag ik het niet, de hoogte als vliedberg op te nemen. Ik geloof dat de echte bergtijd voorbij was, toen Kempens-polder begon boven water te komen. De thans bij Leiden wonende geneesheer van Stavenisse J. de Visser heeft mij indertijd medegedeeld, dat er bovendien in de gemeente nog twee verhevenheden bekend zijn //de Hoogte" en //de Hooge weidede eerste ligt in het eigenlijk waterschap Stavenisse aan het einde van eene soort geul en de andere aan den hoogen Kadeweg, die den Stavenissenweg en den Oudenlandschendijk verbindt, met andere woorden juist bij het water, dat men //de Kamer" noemde. Aan het kruisingspunt van de dijken van den Zuidinoer- en den nieuwen Moerpolder teekent Hollestelle ook een bergje of een Stelberg af; ik weet er slechts van, dat het in den dijk is opgenomen. Het is dus wel waarschijnlijk, dat er voor de eerste be dijking hier of daar een ware vliedberg heeft geweest en dat er voor de latere bedijking ook hoogten gemaakt zijn om het water te ontwijken, doch zooals ik zeideer heeft hier te veel afwisseling plaats gehad, om er één op vermoeden uit te zoeken en op de kaart te plaatsen. Moggershil. Met een deel der pas beschouwde heerlijkheid, te weten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 183