82
berg uit de zesde eeuw is geweest. Tholens bevolking komt
veel meer met die van Schouwen en Duiveland overeendan
met die van Walcheren en de Bevelanden.
Het bergje van St. Philipsland lag volgens de tabel aan
den westkant van het eiland ver van het dorp en was 4 M.
hoog. Men heeft er bij het graven puin en schapenbeenderen
in gevondenzoodat men wel mag aannemendat de grond
waaruit men den berg maakte reeds steenen gebouwen bezat.
Het is dus wel niet geweest een gewone Stelbergwant
dien maakt men uit den grond van eene onbewoonde schorre;
er was dan ook geen kuil in voor regenwater. Ik meen dus
dat het wel een vluchtberg zal geweest zijn, maar jeugdiger,
anders van inhoud en lager dan die van westelijk Zeeland.
Be secretaris der gemeente, de heer M. van Bendegom heeft
de beleefdheid gehad mij in 1892 te berichten, dat het bergje
er nog lagook hij bevestigde het vinden van puin en schapen
beenderen.
Wij verlaten nu ook het eiland Tholen en Philipsland en
wenden ons ten slotte naar de meer zuidelijke eilandendie men
vroeger noemde Bewesten Schelde.
BE BEVELANBEN.
Wanneer men in den bergtijd de bergjes van Sandijk, van
de Arne, van Welsinge verliet, dan bereikte men met een
vaartuig noordelijk Noord-, in het midden Zuid-Beveland en
geheel ten zuiden liet eiland Borselen. Bie van zeer oude
tijden bekende Bevelanden hebben dit eigenaardigedat men
f ze maar zelden noemt bij hun oudenofficiëelen naammaar
j doorgaans spreekt van het Oamperland of van het land van
ter Goes. Bit pleit er voordat èn Campen èn Goes ook
zeer oud zijn.
Be naam van Bevelanden heeft tot liet zonderlinge denk-