64
later in Nóorcl- en Zuid-Beveland door een anderen stam ver
vangen isdie uit oostelijke landen kwam en breedhoofdig
was. Noord-Brabant, Zuid-Holland, Tholen was liet oord
zijner afkomst. Ofschoon we nu niet weten, wanneer die
andere stam daar is gekomen, ligt tocli het vermoeden voor
de hand, dat reeds vroeg de bewoners geen Walcherscken
waren.
Voor ik tot de Bevelanden overga, een enkel woord over
het met een voor ons onbegrijpelijken naam genoemde Worige
Zand of
O r i z a n d.
Tusschen het steeds aanslikkende en dan weder afnemende
strand bij Zandijk in Walcheren bij het latere Veere en den
overkant van N.-Beveland was de stroom niet zeer breed maar
diep; het schijnt dus, dat de Scheldestroom daar reeds vele
eeuwen geleden, de geul tusschen de schorren heeft diep ge
houden het was dan ook de Romaeport en het overliggende
Camperland moet dus ook zeer oud zijn. Aan de noordzijde
van Noord-Beveland daarentegen, bij Vlieie en het latere
Colijnspiaatlag een begroeid en bewoond eiland, dat nu als
zandbank voor een deel is overgebleven en zeker eene van de
redenen waswaarom men zeggen kondat de zuidkust van
Schouwen dicht bij Noord-Beveland lag. Omstreeks 1580 was
het volgens in de Zelandia lllusbrata en in de Prov. Bibliotheek
bewaarde kaarten, gemaakt door den Zierikzeeënaar Levin us
Euijk nog 2400 x) roeden lang en 200 breed. Volgens die kaart
waarop ook de naam van Hamel voorkomt, lagen er op dat
niet bedijkte eiland enkele hooggebouwde hoeven, maar geen
kerkdorpwaaruit blijktdat men het niet vertrouwde en in
tijd van nood zich zeker met booten moest redden. Het eiland
l) Volgens Blooische lengtemaat omstreeks S68o en 723 meters.