65
was in 1361 door hertog Albrecht van Beyep.en te bedijken
gegeven en bracht in 14-23 jaarlijks nog 50 gouden schilden
aan pacht op. Het had aan de westzijde eenige duinen en
was daardoor gelijk aan Walcheren en Schouwenmaar zooals
ik zeide, men vertrouwde het niet, zoodat dan ook in 1508,
volgens Smallegange de eigenaar Bloris van Egmont Graaf
van Buren, verlof gaf om, tegen 12 mijten de schacht, er
zoovele graszoden uit te halen als men verkoos. In 1602
bedijkte men het eiland, doch in 1614- was de polder reeds
weder desolaat, zoodat hij in 164-0 geheel verzwolgen was
door de zee.
Op dit primitieve eiland, dat zeker in den bergtijd reeds
bestond doch denkelijk meest voor schapen gebezigd werdduidt
de kaart van Ruijt nog eene plaats aandie Reigershill heette.
Het is vermoedelijk eene hofstede geweest, doch de naam
Hille of Berg van Reigers bewijst waarschijnlijk dat daar
een vluchtberg is geweest. Misschien had eene andere hof
stede door Hollestëlle aangeduidook een heuvel. Wij
vonden dat woord RUI reeds in Walcheren en zullen het ook
in Zuid-Beveland weer vinden. Hollestelle 1) beeldt Reigers-
hill af, op een hoogte, noordelijk van den oever van Roe-Jee
en Colijnsplaateen oeverdie thans weder wordt onder
mijnd en mij daardoor de hoogst merkwaardige schedels heeft
opgeleverddie de heeren Sasse en ik beschreven hebben in
het Ned. Tijds. v. Geneeskunde.
Het is van dit eiland mij niet bekenddat er ooit een
burgt heeft gestaandie als het ware een conditio sine qua non
was voor verdere ontwikkeling.
De duinenreeks zal misschien den bewoners eenig vertrou
wen hebben ingeboezemddoch wie zal ons zeggenwelke on
gelukken er bij zware overstroomingen zijn gebeurd!
Ik heb gemeend dien Reigershill als berg op Orizant te
1Arch. Z. Gen. deel V.
Archief VI11° dl., 2e st.