67 overlevering spreekt er van trouwens de bergjes werden in de middeleeuwen eenvoudig als stukjes land beschouwd en boezemden geene belangstelling inmaar het feitdat er geene enkele overlevering van bestaat en dat in liet nieuwe polderland geen enkele weg is aangelegd met een ouden bergnaam, geen enkele hoeve, die ter herinnering eene bergmeet of iets van dien aard heeft overgehoudenzou haast doen denkendat het grootste deel van Noord-Beveland bebouwd is geworden toen de bergentijd reeds voorbij was. Misschien ook was zooals ik zeide, de eerste bevolking geen Walchersche en dus geen bergbouwend ras. Het is niet te denken, dat de zee de heuvels gesloopt heeft, eerder nog, dat men den grond voor dijken zou hebben gebezigd maar hoe het zijhet eiland levert voor mijne nasporingen volstrekt niets opdan eene enkele uitzondering en dat wel nabij een dorpdat naar den onbe- grijpelijken naam te oordeelen en ook volgens oorkondentot het alleroudste deel behoortCortgene. I)e namen der over geblevene of verdronken buurten zijn bijna alle voor ons be grijpelijker en dus jonger, ltedekingeEmelisse, Conings- heim, Weele, Vliete, 's Gravenhoeve zijn oud maar niet zoo oud dat men de namen niet begrijpt. Noord-Beveland was bovendien steeds een onveilig land; voor 1300 heeft men het klooster van Emelisse moeten verleggen naar Walcheren en noemde het daar Waterloosioerve. De oorzaak dier groote ramp was deze. De beide deelen van het eiland warenbehalve door vele andere stroomenin twee deelen gescheiden door den afgedamden Wijtvlieten deze was na de 13e of 1 ée eeuw door dammen en sluizen gesloten. In 1530 brak daar de groote sluis de Ter Loe sluis door en hierop volgde de eene doorbraak na de andere. Toen verdwenen gehuchten en geslachtendie door nieuwe vervangen werdenwier nakomelingen misschien eens zulk een lot te wachten staat Men wil, dat de bekende heksen verdediger Johannes WIer., die volgens zijn grafschrift een door watervloeden ge vluchte aanzienlijke Zeelander zou zijn geweest 15151588

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 193