69
Zuid-Beveland.
Onnoodig te zeggen, dat ook dit groote eiland zijne water
rampen heeft gehad en er nog aan bloot staatdoch van den
anderen kant laat het zich verklaren, dat de afdamming van
het Sloe en van de Oosterschelde sedert de laatste jaren eene
groote landaanwinning zullen in de hand werken. Het heeft
zijne vliedbergen gehad en zijne ridderburchten, zijn voorspoed
en rampspoed, zijne groote aanwinsten door de bedijking der
Kraaijenpoldersen dc aanhechting van Wolfaartsdijk en overal
zijne dijkbreuken of oeverafschuivingen. Het is, zooals gansch
Zeeland, langzaam ontstaan en heeft vooral in de 16° eeuw,
door het vergaan van liet zoogenaamde verdronken Zuid-Beve
land, waarvan men eens Reimerswale als de hoofdstad beschou
wen kon, bijna een derde van zijn geheel verloren. Yan dit
laatste verdronken land heeft men in deze eeuw een stuk met
afwisselend geluk bedijkt en zooals ik zeidelangzamerhand
bezinkt er meer al meer zand en klei, ook op deze gronden.
Om dit groot eiland eenigszins te kunnen overzienwil ik
het in vier deelen verdeelente weten
1. Een noorderdeel of Wolfaartsdijk.
2. Een zuiderdeel.
3. Een centrum.
4. Een deel voorbij de Ierse.
W olfaartsdijk.
Ik noem dit het noorderdeel van Zuid-Bevelandomdat het
er thans over eene groote uitgestrektheid aan is bevestigd.
Dit was het alle eeuwen door nietvooral door de aanhechting-
in deze eeuw van den bij de landbouwkundigen zeer bekenden
Wilhelminapolder heeft dit plaats gehad. Deze polder waarop
men zegtdat Zeeland roem mag dragenheet naar de ge
malin van koning Willem I, maar hij moest eigenlijk den
naam dragen van Lodewijkspolder. In 1809 heeft men den