70
goeden Lodewijlcden koning van Hollandover de toen nog
niet geheel ingepolderde schorren laten loopen en dit is
eigenlijk geen werk voor een koning! en men heeft den
polder naar zijnen naam gedoopt. Doch veranderlijk als Zee-
lands polders zelve, zijn ook de namen zijner landen. In
hetzelfde jaar deden de Engelschen hun bekenden, ongeluk-
kigen inval in Walcheren en Zuid-Beveland; Lodewijks broe
der, keizer Napoleonmeende, dat hij voor regeerder niet
deugdezette hem eenvoudig af en Zeeland werd het Départe
ment des Bouches de 1' Escaut. Eenigen tijd later toen Na
poleon ook weder zijn tijd had gehad, vond men goed den
polder een anderen naam te geven. In dien polder zijn na
tuurlijk geene bergen.
Het groote land is tot dien tijd een afzonderlijk eiland
geweestdat door den onstuiinigen stroomde Schengevan
het Goesche land gescheiden was. Die stroom is in den
loop der eeuwen deels door de natuur, deels door menschen-
vlijt ondiep geworden en afgedamddoch behalve deze aan
winst is de aloude opwas van Wolfaartsdijk ook oostelijk en
westelijk tusschen de stroomen aangewassen, zoodat er vele
polders bijkwamen. Helaas! het was niet altoos voorspoed;
de geschiedenis leert onsdat later ook hier polders en dorpen
weder verloren zijn gegaan en sommige misschien voor altoos.
Beziet slechts den onregelmatigen vorm van den oever en
let er opdat er vele rechte wegen in zijnmet overblijfsels
van poelen en kreken, en het zal u duidelijk wezen, dat wij
hier zijn in een land, waarin de zee, hoe vaak ook overwonnen,
toch telkens weder haar kracht heeft getoond. De schrijvers
over den watervloed in Zeeland, b.v. Reigersberg, Dresselhuis
v. d. Baan, Beekmans hebben dit wijdloopig vermeld.
Wolfaartsdijk is zeer oud; dit blijkt hieruit, dat het reeds
vermeld wordt in oorkonden van 800, en dat er nog is, of
volgens v d Baan zeker waseen weg naar een der verendien
men den Helleweg noemdemaar het blijkt vooral uit het feit
dat onze voorouders er een berg in hebben gebouwd. Het