72 wercl dit Sabbinge, zonder berg, midden in 't. eiland gelegen, wel de voornaamste plaats, altlians dit moet men hieruit op maken, dat het de eerste Christenkerk verkreeg. Deze be hoeft intusschen volstrekt te voren geen Iieidensch bedehuis te zijn geweestzooals Dresselhuis raeent; daar zijn volstrekt geen bewijzen voor. Wederom later ontwikkelde zich de streek ten westen en ten oosten van Sabbingeen de kerk die het niet aan middelen ontbrakbouwde daarnaonder bescherming van de inmiddels ontstane burchten der Edelen Westkerke aan den west- en Oostkerke aan den oostkant van het oude Sabbinge. Dit verklaart, waarom men te Sabbinge de oudste kerk maar geen berg vond, en te Oostkerke een jonge kerk en wel een berg. Sabbinge en Westkerke zijn in aanzien gedaald door min gunstige ligging. liet is opmerke lijk dat hetdoor zijn ligging en andere oorzaken zoozeer toegenomen Oostkerke, nog altoos Wolfaartsdijk genoemd wordtterwijl de naamdie aan Wolf artstij cl voorafgaat spoorloos verdwenen is. De kom van het tegenwoordige ligt niet juist op de plaats van het vroegere dorp, doch er dicht bij en ook nabij den bergzoodat wij ook hier weder zien welken invloed de bergbouw heeft gehad. Het oude eiland had dus een berg, maar die bakermat van Wolfaartsdijk, een oud geboorte-cedulheeft ook weder zijn tijd gehad: hij is verdwenen. Eerst is hij afgegraven in 1844 en later geheel in 1878, onder opzicht van zekeren Turkow, kastelein van den heer van den Bosch. Deze laatste slechting leverde niets opde grond is gebruikt om den Tol- of Toren vijver te vullen, die misschien eens de aarde is geweest, waarmede men den berg voor omstreeks 12 eeuwen maakte Zijne plaats is nog herkenbaar aan den min of meer zwarten grond, waarschijnlijk veroorzaakt door het, veelal voor asch aangeziene fijne veendat men nu en dan in bergjes heeft gevonden; eene stof, die wel afkomstig zal zijn van de fijne graszodendie den primitieven grond bedekten een veen dat er geheel anders uitziet, dan de uit in brakwater gevormde

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 198