102 bedraagt. Hij is zonder eenig snijwerk en van binnen even bol als van buiten, terwijl de tegenwoordige van binnen glad zijn. De middellijn was 1% c. M. Deze vingerring zal wel jonger zijn dan de lieuvel. De tweede berg is van den eersten door een wegzeker een ouden weg gescheiden. De kerk lag dus tussclienbeide. Beide bergen zijn door Hatting a geteekend en een afbeelding van het dorp berust in Zélandia Illustrata. 19. De tweede bestaat niet meerDe rustende landbouwer Schippers heeft hem geheel laten afgraven. Hij zeide mijdat de berg was bekend als de berg van Overwervehetgeen, naar ik meenhet stuk beduidtdat na eene opmeting overblijftmis schien liep voorheen een watertje tussclien de bergjes. Overwerve, het stuk dus, dat op de rol niet voorkomt en overschiet, bewijst dat men hier op de grens eener bezitting was. Daaruit verklaart het zich dat twee bergen zoo dicht bijeen lagen. Ook deze moet hoog geweest zijn; de heer S. drukte dat op eigenaardige wijze aldus uit: wanneer men een ladder van 36 voet of 11 M. er tegen plaatste, reikte hij nog niet tot den top; hij was hooger dan de er tegenaanliggende schuur, van 33 v. hoogte. In 1834 schatte men hem 14 M. Men groef hem niet in eens af, want hmans grootvader hij zelf telde 78 jaren is er reeds mede begonnen. Het stuk grondsdat duidelijk uitsluitend tot den berg behoorde en vroeger zeker eene af bakening of sloot heeft gehad, was 2 gemeten of 78% N. vierk. roeden groot. Men heeft niets ouds gevonden. Merkwaardig was hetdat men midden in den berg met gave vruchtjes van koolzaad nog de peulen aantrof en ook overblijfsels van stroo; dit zal wel uit lateren tijd zijn, of een bewijs zijn, dat men den grond reeds bebouwde, voordat men den berg maakte. Nog vond S. een paal, die hem toescheen gediend te liebben

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 228