105 door D. tot Kapelle gerekend. Wat wij terugvonden was op den straatweg naar- en bij de grens der heerlijkheid Kloetinge. Hattinga teekende hem nog af. Misschien ligt hij eigenlijk in het ambacht van Kloetingemaar dan toch vlak aan de grens en in een vooruitspringenden hoek van Kapelle. 21. Er is niets meer van te zien dan een eenigszins hooger terreinook de tijd van afgraven bleef ons onbekend. De tegenover liggende kleine hoeve is bewoond door de Yries, een Schouwenaar. De eigenaar, de heer Piianse van de Putte heeft aan de hoevedie in plaats is gekomen van eene vroegere meestoof, ter gedachtenis den ouden naam van den Berg gegevenomdat men die plaats vroeger kende onder dien naam. Het is dus zeker een vluchtberg geweest; in de tabel van 1834< staat hij vermeld als de oostelijke. Het naburige Biezelinge, zoo genoemd naar de Bieze of Biezelinge, die diep in het land schoot en lang een haventje heeft overgehouden, dat, ofschoon land, nog het haventje heet, heeft geen berg en hem misschien nooit gehad. Wij weten er niets van. De streek was er oud genoeg voor. Kapelle zelf, midden in het land, met een fraaie kapittelkerk met 5 spitsen, vroeger nog met eene andere kapel, waarnaar de plaats wellicht ook wel Kappele in Dijkioel is geheetenin de buurt van een geestelijk gesticht te Swaa/csdorpmet een klooster te Biezelinge voor jonge dames uit Parijs het heette Jerusalem en eene Commanderij van de Malthezer ridders later met burchten als BruelisGistelles en de Maalstede en nog later met lakenfabrieken, die wedijverden met Goes Kapelle, zeg ik, was zonder twijfel eene zeer aanzienlijke plaatsmaar het werd dit eerst toen de water wegen door landwegen werden vervangen in den berg- tijd zal het even onbeduidend zijn geweest als al die andere primitieve bouwstallen. Toch beweerde Diiesselhuis dat bier een middelpunt moet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 231