121
6. De omringende grond werd gebruikt voor
dat men de bergen maakte.
Sommige bergen bevatten slechts zand, andere zavel met
weinige beenderenmaar in andere waren deze overvloedig
zoodat men wel tot liet besluit moet komen dat de schapen
teelt in den omtrek plaats had en dit leeren ook ons de kro
nieken die steeds van schapen sprekenen ook de dagelijksche
ondervinding bij het eerste in gebruik nemen van onze gron
den. Andereb. v. de Luyksberg bij Serooskerke in Wal
cheren bevatten duidelijk voorwerpen die men had wegge
gooid keukenafval zou men ze kunnen noemen een oude
sikkeleen voor blok gebruikte walvischwervelte Wol-
faartsdijk een steenen bal. Het ontbreken van oude baksteenen
is geen bewijs, dat er geene menschen waren, omdat in die
primitieve tijden de woningen der landlieden slechts waren van
hout. Iiet is bovendien zeer waarschijnlijk, dat de herders
en boeren in het slechte jaargetijde naar elders trokkenzoo
dat men geen belang had bij stevige woningen.
Werktuigen voor jacht of vischvangst zijn niet voor den
dag gekomenofschoon die vakken zeker werden beoefend.
Dit bewijstdat de bergmakers landlieden warendie er geen
jachtveld op nahielden en geen bosschen of visschersvaartuigen
doch slechts booten zooals men nu nog op de watergangen
gebruikt.
7. De arbeiders, die den berg bouwden,
waren arme menschen.
Boeren waren in den bergtijd onderhoorigen zonder vele
behoeftenzonder bezittinghoogstens pachters en de arbeider
kende geen zilver of goud. Geld hadden zij niet en er zijn
dan ook in de heuvels geene munten of sieraden gevonden
die niet waren van lateren tijd. Wat men van steenen huis
raad vondwas gebroken en zeer eenvoudig. Steenen met op
schriften ontbreken geheel.
De herdersde arbeidersde zoogenaamde boeren waren