129
of gehuchten bestondendoch slechts eene enkelenu veelal
niet terug te vinden hofstede. Toen de bevolking toenam,
maakte men binnen- en buitendijken en de bergjes behoefde
men niet meer. Het langhoofdige Scandinavische ras heeft ze
in groote mate in het geen middenzee hebbende Walcheren ge
maakt en verder hier en daar in Zuid-BevelandSchouwen en in
Tholen aan den rand van poelen en stroomenop hooge plaatsen,
doch dat de bergbouw betrekkelijk kort heeft geduurd, blijkt
uit het ontbreken in vele tocli ook zeer oude polders. In
Schouwen had hetzelfde plaatszij liggen verspreid in enkele oor
den en worden minderhoe meer men oostelijk gaat. Gansch
oostelijk nemen zij weder toe, zonder dat wij weten waarom,
maar nergens zijn zij gemaakt, toen er reeds dorpen bestonden.
Stellenstelbergenheeft men later de hoogten voor den
herder met zijne schapen op het schor genoemdmisschien zijn
die stellenwier naam ook wel van Stabulum af zal komen
de opvolgers onzer bergjes; doch thans zijn zij niet gelijk aan
onze heuvelen. De heer opzichter IIollestelle die in al
wat dijken en schorren betreftzoo te huis isschreef mij
en heeft dit bericht verder ontwikkeld in zijn laatste werk
over de stad Tholen:
dat vluchtbergen alleen gemaakt worden om te vluchten en
stellen niet alleen om den schapen bij hoogtij een verblijfplaats
te geven, maar dat zij ook dienen moeten om schapen en
herder van drinkwater te voorzien; vandaar dat die eigenlijke
holle stellen bestaan moeten uit een put en uit een uit den
grond van dien put of van eene naburig schor gemaakten
ringdijk voor de schapen. Yele malen blijven die stellen ook
bestaannadat dat schor als polder is ingedijkt.
Bij geen onzer vluchtbergen is een spoor van zulk een put
gevonden; wel steeds eene op een afstand rondom den berg
gelegen slootwaaruit men den grond groef. Toch was de
Geschiedkundige beschrijving van Tholen en omstreken. Middelburg,
J. C. W. Altorffer 1897 bladz. 7.
Archief VII1C dl. 2e st. 9