24 VL STADSBESTUUR BALJUWEN. pieteit de la Palma. Zie vorige verzameling. Hij kreeg t.abberdlaken tot 31 Juli 1630. Rek. 1629. Mr. Adriaan de Looper. In de rekening van 1636 wordt 36 in uitgaaf gebracht voor zijn tabberdlaken sedert 1 April 1630. Hij kreeg dit tot Februari 1642. Mr. Theodorus Boreel. Wordt in de rekening van 1645 baljuw genoemd en schijnt een zoon te zijn geweest van den Burgemeester Mr. Jacob Boreel. Als stadhouders komen voor: //Thomas Tïiomass Bailleü jegenwoordich stadthouder 1633. In de volgende rekening //stadhouder dezer stadt" ge noemd, met eene gage van 100. Hij ontving zijne bezol diging tot 15 Maart 1641. Adriaan Waeywel genoot sedert 22 Juni 1641 eene be zoldiging van 50 in het jaar. Van den Baljuu werd 25 ontvangen //dewelcke bij hem waren getrocken van Andries Wisse ter oorsake van begane ciym," 1640. De stad ontving anders geene boeten. Zie vorige verzameling. Er werd //coleur-laken1'1 gekocht tot het maken van twee Poolsche rokken voor de stadsknechten //gecommitteert tot het weeren ende opvangen van de bedelaers lancx de straten," 1628. De stadsknechten kregen £1:2 voor het brengen van eenige vagebonden in het tuchthuis. Er werden rokkende gens en van een //hoeijcreemer" voor 1 13 4 twee nieuwe hoeden voor hen gekocht, 1646. Zij kregen 21 5 4 //over hunnen dienst gedaen van "t weren uijtte stadt alle

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 296