33
en voor 6 maanden 25 (Rek 1644). Volgens de rekening
van 1645 kreeg hij over 10% maand tot 10 Januari 1646
43 15.
Als opvolger vindt men vermeld Lieven Mogge, sedert
20 Februari 1646, met eene jaarwedde, aanvankelijk van
45vervolgens 47en volgens de rekening van 1649 50.
Klerken waren
Johan van der Bekejaarwedde 10. Rek. 1644.
Paulus de Villiers jaarwedde 22van 9 Januari 1645
tot 31 Maart 1646. Rek. 1645.
Anthonie Rombouts jaarwedde 20later 25Rek.
1645—1648.
Abraham Snijers jaarwedde £8:6:8, later 12.
Rek. 1647 en 1648.
Balten Botland, over twee jaar, £8:6:8. Rek. 1648.
Johan Croone, jaarwedde 12. Rek. 1649.
WEESKAMER.
Alleen de weesmeesters kregen nog eene toelage van de stad
voor tabberd-laken1643.
De eerste of presideerend-weesmeester had eene jaarwedde
uit stadskas van 50die voor het eerst uitbetaald werd
aan Jacobus Lansbergius (Jacob van Lansberge), 1647.
Als Griffiers komen voor
Pieter van de Velde, sedert 9 Februari 1646 met eene
jaarwedde van 133 6 8, die tot Februari 1648 uitbe
taald werd aan zijne weduwe Maria Segers Rek. 1646 en
1647.
Aarnout Lansbergen. Zij hadden boven hunne jaarwedde
een vierde gedeelte van de emolumenten, 1647.
Als klerken worden vermeld
Pieter Panneel jaarwedde 50. Rek. 1646.
Guillaume van Noordt 41 13 4. Rek. 1646, 7, 8.
Francois van der Wee 25. Rek. 1646, 7,8.
Eliëser Panneel 50. Rek. 1648, 9.
Archief VII1C cl). 3e st. 3