37 Petrus Burs 3 Februari 1635 en vervolgens. Adriaan Pelletier, 1 Mei 1638 tot 1644. Jacobus Lansbergius 1 November 1644 tot 1 November 1645. Franciscus Nantius, sedert 5 Mei 1644. Petrus Lansbergius, sedert 11 November 1645. Joannes Pelletier, sedert 30 April 1645 tot April 1648. Zijne weduwe- heette Josina Cabeljau. Johan PIaeyman, sedert SB Februari 1648. Fabriekmeester (opper) Piet er de Somer had eene jaar wedde van 100. Pek. 1642. HorlogemakerVoor het stellen en onderhouden van //de horologien op de respectieve thoorens" werd eene jaarwedde van £83:6:8 betaald1641. KoopmansbodenDe overman van deze boden, een lid van het stadsbestuur, had eene jaarwedde van 4 Pek. 1637 Metselaar. Aan den ontvanger van het Oudemannenhuis werd 16 13 4 betaald voor een jaar //montcoste11 van Willem Gareel. 16311636. Hij werd als stads-metselaar opgevolgd door Abraham du Bus //vermits de resignatie van den dienst van Willem Gaepel door sijuen hooghen ouder dom ende impotenticheijtzooals in liet kapittel //van timmeren en metsen''1 der rekening van 1630 vermeld staat. In de volgende rekening komt voor Pieter Tessink, die sedert 1 Juli 1641 eene jaarwedde kreeg van 83 6 8. Pek. 1641. Fsstmeesler Voor het schoonmaken van het huis van den pestineester werd £2:1: 6 betaald. De erfgenamen van Peinier Scheel ontvingen 75 voor diens gage over 3/md. De pestineester Jan Jansz. de Peu kreeg 12 voor transport zijner meubelen. Voor transport der meubelen van Jan Stribbe die vroeger in dienst was geweest te Colijnsplaatwerd 5 betaald, 1635. Pieter van Spuijbroeck kreeg 45 voor 9 maanden dienst, 1636. Aan Jan Stribbe werd £8:6:8 betaald voor het cu- reeren van eenige personen1637. Zie Fokker, a- w. blz. 7 7 (2).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 309