58
van 1 Augustus 1636 af, die volgens de rekening van 1645
werd uitbetaald aan zijne weduwe en over liet halve jaar
waarin hij overleden was, aan Ferdinand de Wolfe.
18. Adrtaan Hellebordt. Kreeg voor vier maanden gage
als //meester" en voor //transportgeld" te samen 39 13 10.
Rek. 1640.
19. Lucas Coutreels. Kreeg 50 voor zes maanden
gage als praeceptor, 1640.
20. Abraham Urselynck. Conrector sedert 9 April 1641
op eene jaarwedde van 100, die op 116 13 4 ge
bracht werd (1646). Hij kreeg bovendien eene toelage van
16 13 4 volgens de rekeningen van 1642 v. v. een
konararium, volgens die van 1642 van 33 6 8 en een
extra-honorarium volgens die van 1644 van 16 13 4.
21. Andries van de Wiele. Praeceptor van de 4® klasse,
op eene jaarwedde van 36 13 4, van 7 Mei 1643 tot
1 November 1647. Hij kreeg 7 voor verhuiskosten, 1643
benevens toelagen van 16 13 4. Rek. 1644, 1645.
22. IsAacus Jansonius. Praeceptor der 3e klassehad
volgens de rekening van 1646, bij provisie, eene wedde van
50 en sedert 1 Februari 1647 66 13 4.
23 Izaak van Hoornbeek predikant. Genoot voor
het onderwijs in den cathechismus de gewone belooning van
16 13 4 sedert Juli 1645 die tot 8 Juli 1648 over
twee jaren werd uitbetaald aan zijne weduwe.
24. Jacobus Gruterus Praeceptor der 4e klasse op eene
jaarwedde van 36 13 4 sedert 19 November 1647. Blij
kens de rekeningen van 1648 en 1649, genoot hij ieder jaar
een honorarium van 16 13 4.
25. Paulus Yeesart. Praeceptor der 3e klasse, op eene
jaarwedde van 66 13 4 sedert 4 November 1647.
26. Joannes Becius. Praeceptor der 5e klasse op eene
jaarwedde van 83 6 8 sedert 6 December 1647. Hij
kreeg, blijkens de rekeningen van 1648 en 1649 telkens een
honorarium van 16 13 4.