74 en 60 penningvoor //oversetterie" en briefgeld werd £135:7:10 betaald, 1637. Aan den glasschrijver Coiinelis van Barlaeh werd 24 10 betaald //over leveringe van geschreven glasen in de kercke en huijsinge van secretaris tot Oostcappel1638. Aan den klokgieter Joannes Burgerhui js werd 143 19 1 betaald «over de coop ende leveringe van een nieuwe copere clocke gehangen tot Oostcappel mitsgaders twee clocxkens ge hangen in den thoren van het stadthuijs deser stadtals an- dersins, affgetroeken sijnde de weerde van oude clocke tot Oostcappel gehangen hebbende,'' 1638. Adriaan Salomons //metser en timmerman te Oostkapper kreeg £6:4 //over verdiende loon ende andersins in 't maken van visbancke en repareren van muer van 't kerckhof eïi anders meer," 1638. De schoolmeester Jacob van Meeris had 5 voor een jaar dienst //van 't stellen de horologie aldaer ende andersins," 1638. Er waren gecommitteerden uit het College van W. E. ge weest wan de Sondaechse predicatie dewelcke die van der Verc trachteden te beletten11 Daarover was eene procedure voor het Hof van Holland, 1638. Er werd 68 9 ontvangen van de eerste paai van verkocht land //de prochie van Oostcappel gelegateert bij de weese Willem Büijsman tot het calcijen van de straeten in de prochie voornoempt,'1'' 1642. Te dier zake werd nog £70:4:9 ontvangen 1644. De Schout en de Secretaris betaalden ieder eene recognitie van 8 6 8 in het jaar. Matthijs OitiJNsz. wordt vermeld als secretaris, 1638, en de wede van den Secretaris Marten Quirijnsz 1647. Er werd 1 betaald voor registratie ter Eekenkamer van de octrooien der parochie-accijnsen te Oostkappel en te Oost souburg, 1644.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 346