30 eenswanneer den aannemer hetzelve op den toorn zal gesteld en gankbaar gemaakt hebben. Eijndeling werd nog geconditioneert, dat den aannemer t'voors. werk zal goet en gankbaar houden tot zijnen koste den tijt van een jaarnadat hetzelve zal wesen gesteldopgenomen en volprezenen ten dien eijncle zal den aannemer geobligeert zijn aan een persoon of persoonendie de heeren van Mid delburg daartoe zullen aanstellen, te geven alle noodige in structie om hetzelve werk wel te behandelenen ingeval gebeurdedat aan het voors. werk iets quame te manqueren door toedoen of negligentie van de voorss. persoon of persoo nen zoo zal in zulken geval den aannemer voor zijne kosten en vacatiën na redelijkheijt betaalt werden. Op alle welke conditiën het voors: werk bij den aannemer is aangenomen te maken en te leveren voor en om eene somme van zeventhien duijsent guls., Brabants wisselgeldbinnen Antwerpen te betalen, op de conditie hiervoren gemeld, en 't gene nog resteren zalwanneer het werk alhier op den toorn is gesteld en gankbaar gemaaktmitsgaders opgenomen en vol- presen zal zijn, door luijden hun dies verstaande, dat zullen de heeren aanbesteders alsdan contant moeten betalen, met nog daarenboven een hondert guls: wisselgeld voor foijen aan de knegts van den aannemer tot zijner dispositie alles bin nen Antwerpen voorn*, buijten koste van den aannemer. Tot het volbrengen en agtervolgen van alle 't gene voors. staatverbinden hun de contractanten respective elk in hun regaard, als na regten, en zijn hiervan gemaakt twee gel ij k- luijdende instrumenten, in Middelburg den 22 Meij 1714'. JACOBUS HUDENBROUK. H. DE KUIJSER. J. E. DE MAUREGNAULT. LOUIJS GERRELAG. HENDRIK JOLTRAIN. Versoekende hierop haar Ed. Agtbare approbatiewaarop

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 34