33 zich tot heden terecht op verheft. Behalve het aantal noten oor spronkelijk geleverd, werd den 16 December 1719 besloten: //Op het voorgebragtc van de heeren thesauriers werden opgemelte heeren na deliberatie geauthosiseert aan Benjamijn Bouchart de Jonge op zijn versoek voor het klockspel op den Abdij Toorn nog toegestaan te laten maken vier en twintig hondert en vijftig notenboven degene die reets gebrnijkt werden." En den 2 Augustus 1727 andermaal: //De heeren thesauriers werden op haar Edel voorgebragte na voorgaande deliberatie geauthoriseertomme door den lior- logiemaker du Joltrain in voorraet te doen maken twee duij- sent noten gedestineert tot gebruijk aan den trommel van het. horlogie op den Abdij toorn dezer stadzooals daartoe ge authoriseert werden mits desen." Een belangrijke herstelling onderging het klokkenspel den 24 Maart 1764. Het Register ten Rade zegt hiervan: //'Is wijders goedgevonden welgemelde heeren van de the saurie op hun Ed. voorstelte auctoriserenom aan het klok kenspel op den Abdijthoorn deser .stad de noodige reparatie bij hun Ed. op circa vijftig ponden vlaaras begroot, hoe eer der zoo beter te laten doenen voorts om aan den stads- klokkenist Willem Lotensdie bij de voorschreve reparatie continueel sal moeten adsisteren voor het verzuim in zijn affai res toe te leggen zodanige sommeals Hun Ed. naar bevind van zaken in redelijkheid geproportioneerd zullen oordeelen." In eene beschrijving van 1842 a) wordt o. a. van het klok kenspel destijds gezegd //De toren is bij den opbouw voorzien met een uitmuntend klokkenspelbestaande uit 41 klokkenwegende zamen 34340 Nederl. pondende grootstewelke alleen het hoogst in den J. de Kanter Phil.z. en J. ab Utrecht Dressei.huis De provin cie Zeeland, biz. S9. Archief VIll» dl., 1ste st. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 37