104
dekerke en Biggekerke in plaats van Cortkenegelijk de oor
konde van 1247 thans heeft, de naam eener kerk op Walcheren
gelezen moet wordenof dat Cortkene" hier abusievelijk in
gevoegd is, en dat het charter van 1271, dat Biggekerke op
Koudekerke laat volgen de juiste lezing heeft.
Afgescheiden van deze moeilijkheid vindt men dus in de
lijsten van 1247 en 1271 de volgende Walchersche kerken
vermeld: de moederkerk (West-) Souburg 1) met de dochter
kerken Ylissingen, Kommerskerke, Oost-Souburg 2) en Eitthera;
de moederkerk Westmonster met de dochterkerkenKoude
kerke, Biggekerke, HoogelandeArnemuidcn en Weisingende
moederkerk Oostkapelle met de dochterkerkenDomburg-Binnen,
Serooskerke, Mariekerke, Poppendamme en Grijpskerke; en de
moederkerk Westkapelle met de dochterkerkenDomburg-Buiten,
Meliskerke, Werendike, St.-Janskerke, Boudijnskerke en Ser-
Poppeukerke. Zoo men deze opgave nu vergelijkt met die van
de Oudheden en gestichten vindt men dat de volgende kerken
niet vermeld worden: St.-Pieterskerk, St.-Nicolaaskerk en
Begïjnenkerk te Middelburg, Zandijk, NieuwwerveNieuw-
YlissingenKrommenhoek, Buttinge, Zoutelande, Aagtekerke,
Gapinge, Popkensburg (St.-Laurens)Brigdamme, Yere, Schel-
lacht en Kleverskerke.
Ook al neemt men nu in aanmerkingdat enkelen van deze
kerken, zooals die te Nieuw-Ylissingen en die te Yere 3), na
1324 gebouwd zijn, en dus op de oorspronkelijke lijst van de
Tea onrechte neemt Van Visvliet (bladz. 13) Oost-Souburg als moeder
kerk aan. Volkomen juist merkt hij op, dat de in 1250 gestichte kerlc
die van Oost-Souburg is, maar hij verzuimt daaruit de gevolgtrekking te
maken, dat de nieuwe kerk, die toen infra limites eiusdem parochie
(d. i. de Subburgh)" werd gesticht, niet de moeder- maar de dochterkerk
moet zijn geweest.
s) Hoewel eerst in 1250 gewijd, komt deze kerk reeds in het stuk van
1247, toen zeker de bisschoppelijke vergunning al verkregen was, voor.
3) De kerk te Nieuw-Vlissingen werd volgens den Tcgenwoordigen Staat
van Zeeland (II bladz. 121) in 1328 gesticht, die te Vere volgens Rei
gersberg (Boxhorn II bladz. 148) in 1348.