105
Oudheden en gestichten niet kunnen hebben gestaan, en dat
KommerskerkeDomburg-Buiten en. misschien liet oorspron
kelijke van den verbasterden vorm Cortkene onder anderen
naam onder deze 16 niet in de bisschoppelijke privilegiebrieven
vermelde kerken schuilen, het verschil is toch te groot, dan
dat men met den heer Van Visvliet aannemen mag, dat de
opgave der beide oorkonden volledig is. Integendeel het is
bekend, dat ook het kapittel van St. Pieter te Utrecht het
patronaatrecht over verscheidene kerken in Walcheren bezat,
die in de privilegiebrieven der abdij te Middelburg, welke al
leen de bezittingen dier stichting opnoemt, natuurlijk niet
genoemd zijn. Heeds omstreeks 1196 wordt dat kapittel vermeld
als patroon van de kerk van Brigdamme en eene niet nader
aangeduide dochterkerk (Van den Beiigh I nr. 175). In eene
oorkonde van 1216 Eebruari 5 (Van den Bergh I nr. 250)
worden als kerken van het kapittel van St. Pieter in Wal
cheren genoemd Gapinge, Noordmonster cn Zandijk. In 1810
(Van Mieris II bladz. 111) droeg het kapittel liet patronaatrecht
over die kerken aan graaf Willem III opin het volgende
jaar (aid. bladz. 118) verhief de graaf, nu patroon van den
Noordmonster te Middelburg geworden, l) die kerk tot eene
kapittelkerk, en bij diezelfde gelegenheid gaf hij het patro
naatrecht van Brigdamme, KleverskerkeSchellach!Zandijk
en Gapinge aan het nieuw opgerichte kapittel. Weinige
jaren later, in 1328 (aid. bladz. 306), droeg het kapittel het
patroonaatrecht dezer kerken, nog vermeerderd met die van
Popkensburg en Buttinge weder aan den graaf op. Deze pa
rochies zijn niet na 1311 gesticht, want de parochie Buttinge
komt reeds in 1249 voor (De Geer, Archieven van de Dmtsche
In 1284 had de graaf zich het patronaatrecht van Noordmonster reeds
aangematigd en het gegeven aan het Duitsche huis te Zandvoort (De Geeu
nr. 548)maar het Utrechtsche kapittel had zich in zijne rechten weten te
handhaven (aldaar nr. 554).