106
orde nr. 541) en het ambacht Popkensburg in 1292. (aid. nr.
551). Vermoedelijk heeffc het patronaatrecht van al deze ker
ken oorspronkelijk aan het kapittel van St. Pieter te Utrecht
behoord. Dat de Noordmonster hare gemeenschappelijke moe
derkerk is, valt niet te betwijfelen, niet alleen, omdat de
Noordmonster, evenals de ütrechtsche kerk, die het patronaat-
en het tiendrecht bezat, aan St. Pieter gewijd was, maar ook
omdat naast de moederkerk van Westmonster, die van Noord
monster gevorderd wordt. Zoo vinden wij dus eene vijfde serie
van kerken op Walcheren Noordmonster met hare dochter
kerken BrigdammeKleverskerkeSchellachtZandijk Ga-
pinge, Buttinge en Popkensburg.
Er blijven nu nog de volgende kerken overSt.-Nicolaas-
kerk en Begijnenkerk te Middelburg, Nieuwerve, Nieuw-
Vlissingen, Krommenhoek, Zoutelande, Aagtekerke en Vere.
De St.-Nicolaas- of Kloosterkerk werd in 1270 eene parochie
kerk (Van Visvliet, Inventaris nr. 79). Gelijk nl. uit de
oorkonden van 1247 en 1271 blijkt, bezat de abdij niet het
onverdeelde patronaatrecht van Westmonster. Daarom werd
een derde gedeelte van de oude parochie afgescheiden en tot
eene afzonderlijke parochie, wier kerk de Kloosterkerk werd,
vereenigd, waarvan het patronaatrecht uitsluitend aan de Mid-
delburgsche abdij kwam, terwijl dat van Westmonster voortaan
alleen aan de abdij van St. Paulus te Utrecht bleef (zie Van
den Bergh II nrs. 143 en 149). De cure der Begijnen te
Middelburg was ongeveer te zelfder tijd (in 1266 1)Van den
Berge II nr. 144) uit de parochie van Noordmonster geëxi-
meerd en aan den Middelburgschen abt opgedragen. Nieuw-
Vlissingen, in 1328 tot eene parochie verheven, was eene
Noch de Kloosterkerk noch de Begijnenkerk worden in het charter
van 1271 genoemd, de Westmonster daarentegen wel 5 de definitieve con
stitueering der beide parochies zal dus na 1271 hebben plaats gehad.