109
Aagtekerke wordt als één ambacht Domburg vermeld met deze
bijvoeging//loopende een deel in de prockye van Sint-Aegte-
kerke". Derhalve strekte de parochie van Aagtekerke zich niet
over geheel het ambacht van Domburg uit. Na den Spaan-
schen opstand vervalt het bovenomschreven grondgebied politisch
in drie gedeelten: de smalstad Domburg, de coniiscatiën onder
Domburg (die thans samen de gemeente Domburg vormen) en
de heerlijkheid of het ambacht Aagtekerkekerkelijk stond
Aagtekerke op zich zelf en ressorteerden de coniiscatiën onder
de kerk der stad Domburg.
Bij zijne poging om uit deze verschillende gegevens de oude
parochiale indeeling af te leiden, is Van Visvliet tot het re
sultaat gekomen//dat West-Domburg en Domburg-Buiten
voor een en hetzelfde moet worden gehouden, en het eerst bij
de stichting der bovengenoemde kapelle ten jare 132*5 den
naam van Aagtekerke zal verkregen hebben, en evenzeer dat
het tegenwoordige Domburg, dat ten oosten van Aagtekerke
heeft gelegen, vroeger den naam van Oost-Domburg heeft ge
dragen, hoedanig het voorkomt in een charter van 1315".
Die conclusie schijnt mij toe aan bedenkingen onderhevig te
zijnwaarvan wel de meest voor de hand liggende deze is
dat het //tegenwoordige Domburg" nimmer ten oosten van
Aagtekerke heeft gelegen en ook thans nog meer westelijk dan
laatstgenoemde plaats ligt. Om tot een betrouwbaar resultaat
te geraken, is het noodig de verschillende oorkonden, waarin
van Oost- of West-Domburg melding wordt gemaakt, nader te
onderzoeken. Ik heb daarom zoowel de stukken, waarop Van
Visvliet zich beroept, als eenige andere, die mij in mijn be
toog te pas zullen komen, hierachter doen afdrukken.
Van Visvliet beroept zich in de eerste plaats op de oor
konden, hierachter vermeld onder B, C en T). Uit het eerste
stuk blijkt alleen, dat de bisschop van Utrecht in 1320 ver
gunning gaf om de parochiekerk van Oost-Domburg naar eene
meer geschikte plaats over te brengen. Blijkens het tweede
stuk werd voor 1325 van die vergunning gebruik gemaakt.