140 tot cle cure van het Begijnhof voor //vacantem ad presens per mortem domini Wissonis fili Petri presbiteri, ultimi rectoris eiusdem" (aldaar nr. 92.5). Niet alleen uit het verband dezer stukken blijkt, dat het onder nr. 255 afgedrukte charter on mogelijk uit 1273 dateeren kan, daarvoor zijn ook andere gronden. In 1273 was er geen bisschop van Utrecht; .Jan vak Nassau, die toen aan het bewind was, heeft nooit een anderen titel dan elect gevoerd. Ook is het twijfelachtig, of Middelburg in 1273 reeds burgemeesters had. In de keur van Willem II (Yan den Bergh I nr. 590) komen die ambtenaren niet voor, en nog in 1289 spreekt Ploris Y alleen van sche penen en raden van Middelburg (h. a. w. II nr. 679); eerst in 1290 ontmoet men de burgemeesters (h. a. w. II nr. 709), Zoo men nu, gewapend met deze wetenschap, het charter nog maals nauwkeurig beschouwt, dan ziet men, dat aan de beide c's nog eene derde, die minder duidelijk geschreven is, vooraf gaat. In het met dezelfde hand te zelfdertijd geschreven char ter, dat Yan Yisvliet onder nr. 899 mededeelt, is die eerste c duidelijker zichtbaar, maar ook daar valt zij veel minder in het oog, dan de beide volgende letters, gelijk uit de onder staande afbeelding blijkt vwo cvr~ Nr. 255 moet dus uit de oorkonden van het tijdvak van het Hollandsche gravenhuis geschrapt worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 412